Zinsleer, werkwoord, passief, wederkerend
De wederkerende betekenis (zich), αυτοπαθής διάθεσης
Wederkerende werkwoorden en wederkerend gebruik van een werkwoord
zijn in het Nederlands herkenbaar aan de aanwezigheid van het woord
'zich' (dan wel me, je, ons, zichzelf, mezelf, jezelf, onszelf).
Het Grieks gebruikt in dat geval de passieve vorm van het werkwoord.
πλένομαι. | ik was me. |
κοιτάζεται στον καθρέφτη. | hij bekijkt zichzelf in de spiegel. |
δεν ξυρίστηκα το πρωί. | ik heb mij vanochtend niet geschoren. |
πλύσου και ντύσου. | was je en kleed je aan. |
Voor elk van deze situaties heeft het Grieks nog een andere manier om 'zich' resp. 'zichzelf' uit te drukken.
- Om 'zich' uit te drukken na samengestelde voorzetsels wordt het zwakke persoonlijke voornaamwoord gebruikt.
μπροστά σε δίπλα σε |
voor naast |
όλο κοιτούσε μπροστά του. Η Μαρία δεν έχει κανέναν δίπλα της. ') |
hij keek alleen maar voor zich uit. Maria heeft niemand naast zich. |
- Om 'zichzelf' uit te drukken wordt het wederkerende voornaamwoord εαυτό gebruikt:
κοίταξε τον εαυτό του στον καθρέφτη. μιλάνε μόνο για τον εαυτό τους. |
hij bekeek zichzelf in de spiegel. zij spreken alleen maar over zichzelf. |
Overigens zijn er in het Grieks diverse werkwoorden die in het Nederlands een reflexieve (wederkerende) betekenis (kunnen) hebben.
απορώ | zich verbazen |
Nb. Het Nederlands maakt onderscheid tussen wederkerende werkwoorden die noodzakelijk wederkerend zijn (zoals: zich schamen) en werkwoorden die wederkerend gebruikt worden (zoals: zich wassen).
1) In geval van een samengesteld voorzetsel wordt bovendien het tweede deel (in dit geval σε) weggelaten.