Verantwoording
Grammatica's van het Nieuwgrieks zijn er in soorten en maten.
De eerste Nederlandse Nieuwgriekse grammatica was waarschijnlijk
die van mevrouw Wittop-Koning (Levend Grieks, 1963). In 1980
verscheen in aansluiting daarop Levend Grieks, een praktische cursus
Nieuwgrieks. Dit boek bood lessen en een grammatica die afgestemd
was op cursisten die geen Oudgrieks kennen. Daarbij werd een
zo eenvoudig mogelijk beeld gegeven van de Griekse grammatica en
werden ook alleen de belangrijkste Nederlandse grammaticale
begrippen gebruikt. Dit leidt tot een zekere onvolledigheid en
simplificatie van het Grieks.
In 1987 verscheen de Nieuwgriekse spraakkunst (woordleer) van
Imbrechts. Deze sluit aan bij de spraakkunst zoals die op de Griekse
scholen wordt onderwezen. Dit boek beperkt zich over het algemeen
tot de spraakkunst en laat de functie van woorden in de zin en
daarmee de betekenis van de zin zo veel mogelijk achterwege.
In de loop van de tijd heeft de vakgroep Nieuwgrieks van de
Universiteit van Amsterdam een aantal syllabi ontwikkeld die dieper
ingaan op bepaalde taaltechnische eigenschappen, op de specifieke
verschillen tussen het Nederlands en het Grieks, en op de rol van de
zinsbouw in de betekenis van de zin.
Van de niet in het Nederlands geschreven grammatica is de Engelse van Holton ea het vermelden waard. Deze grammatica heeft een behoorlijke diepgang, maar heeft als bezwaar dat de bespreking (uiteraard) ge�nt is op de eigenschappen van het Engels en niet van het Nederlands.
De beste grammatica's van het Nieuwgrieks zullen ongetwijfeld in het Grieks geschreven zijn. Wat niveau betreft, lijken de Γραμματική en Συντακτικό, die voor het Griekse Γυμνάσιο en Λυκείο onder auspici�n van het Griekse ministerie van Onderwijs zijn uitgegeven, het meest geschikt qua niveau en volledigheid.
Ook op het Internet, in het bijzonder op Wikibooks, zijn diverse aanzetten tot beschrijving van de Griekse grammatica te vinden.
Al deze grammatica's kennen hun beperkingen.
Deze publicatie beoogt aan al deze beperkingen tegemoet te komen
door:
- een heldere bespreking te bieden van de hooflijnen van de taal (toegankelijkheid)
- naast de meest essentiële taaleigenschappen ook diepgaandere onderwerpen aandacht te geven (diepgang)
- niet alleen de specifieke taaleigenschappen van het Grieks als invalshoek te nemen, maar ook aandacht te schenken aan de specifieke taaleigenschappen van het Nederlands
- onderscheid te maken tussen grammatica en syntax, wat de de overzichtelijkheid van en het inzicht in de taalregels ten goede komt.
In hoeverre deze doelstellingen gehaald worden, zal de tijd bewijzen.