Onbepaalde voornaamwoorden κάποιος, κάτι, κάπου en κάποτε
Deze onbepaalde voornaamwoorden worden in de volgende situaties gebruikt:
1. In bevestigende mededelende zinnen:
ήρθε κάποιος να σε δει. | er is iemand voor je geweest. |
θα πάμε κάπου να φάμε. | we gaan ergens eten. |
θέλω να φάω κάτι. | ik wil iets eten. |
γνωρίσαμε κάποτε τη γυναίκα του. | we hebben zijn vrouw ooit ontmoet. |
In deze mededelingen ligt de nadruk niet zozeer op het wie, waar,
wat, wanneer, maar op de handeling van het werkwoord.
In de eerste zin gaat het erom dát er iemand is geweest
(waarschijnlijk kent de spreker hem niet).
In de tweede zin gaat het erom dát we gaan eten, niet wáár (of we
weten het nog niet, of we willen het niet zeggen, of vinden het niet
zo belangrijk).
2. In vraagzinnen met een ontkenning, waarbij de vrager ervan overtuigd is dat het antwoord 'ja' is:
δε μιλούσες με κάποιον το πρωί; | was je vanochtend niet met iemand in gesprek? / je was toch vanochtend met iemand in gesprek? |
δεν πήγες κάπου το σάββατο; | ben je zaterdag niet ergens heen geweest? / je bent toch zaterdag ergens heen geweest? |
εσύ δε μου είπες κάτι για την Μαρία; | heb je me niet iets over Maria verteld? / je hebt me toch iets over Maria verteld? |
δεν κάπνιζες κάποτε; | rookte je niet ooit? / je rookte toch ooit? |