Overzicht 2e conjugatie, 2e stam, actief
enkelvoud | ||||||||
actief | passief | |||||||
1e | 2e | 1e | ||||||
A1 | -(α)ώ | -άς | -ιέμαι | -ησω | αγαπώ | beminnen | ||
-εσω | φοράω | dragen (van kleding) | ||||||
-ασω | γελάω | lachen | ||||||
-ηξω | τραβάω | trekken | ||||||
A2 | -ώ | -άς | -ώμαι | -ασω | αντανακλώ | weerkaatsen | ||
-στησω | καθιστώ | maken | ||||||
B | -ώ | -είς | -ούμαι | -ησω | θεωρώ | beschouwen | ||
-εσω | μπορώ | kunnen | ||||||
C | -ώ | -οίς | -ούμαι | - | πληρώ | voldoen aan | ||
D | - | -άμαι | - | λυπάμαι | spijt hebben |
Opmerkelijk is dat er werkwoorden zijn die in het praesens tot een
verschillend type behoren, maar de tweede stam op gelijke wijze
vormen.
Indien deze werkwoorden in subgroepen van de oorspronkelijke
indeling worden ingedeeld dan leidt dit bij de bespreking tot
duplicering en een drastische toename van het aantal (sub)groepen
(Intertaal, Prisma, Iordanidou). Daarom wordt er bij de presentatie
van de werkwoordsvormen hier voor gekozen om deze 'subgroepen'
samen te voegen (Lauxtermann, Holton). Dit leidt echter tot een
'nieuwe' indeling van de oorspronkelijke werkwoorden.
Let wel. Dat werkwoorden tot eenzelfde groep behoren en dus op
overeenkomstige wijze de tweede stam vormen, betekent niet dat zij
ook in alle van de tweede stam afgeleide vormen overeenstemmen.
Het komt zelfs voor dat werkwoorden die tot dezelfde
familie behoren
(samenstellingen op basis van eenzelfde 'basis'-werkwoord), een
verschillende vervoeging hebben.
Bijvoorbeeld:
- de vorming van de 2e stam; vergelijk bijvoorbeeld
αντανακλώ
met
καθιστώ
- door de nevenvormen voor het
passivum; bijvoorbeeld: ανακλώ
(weerkaatsen) volgens A1 en A2, στενοχορώ
(verdrietig maken) volgens A1 en B;
- door het ontbreken van passieve vormen; bijvoorbeeld: κρυολογώ
(verkouden worden).
Zie voor de relatieve aantallen per vervoeging de indeling op niveau **.