Overzicht 1e conjugatie, 1e stam, actief en passief
De 1e conjugatie valt in twee groepen uiteen,
type A en
type B.
Tot type A behoren:
- alle werkwoorden waarvan de stam op een medeklinker eindigt
(waaronder ook αυ en ευ), en
- alle werkwoorden waarvan de stam op een klinker eindigt, maar
waarbij de klinker van de stam en van de uitgangen van de tweede
persoon enkelvoud en van de drie meervoudsvormen niet worden
samengetrokken (bijvoorbeeld απολύω
ontslaan, αποκλείω
uitsluiten, αποκρούω
afstoten, συνδέω
verbinden, πνεώ waaien).
Tot type B behoren:
- de werkwoorden waarvan de stam op een klinker eindigt, maar
waarbij de klinker van de stam en van de uitgangen van de tweede
persoon enkelvoud en de drie meervoudsvormen worden samengetrokken
(bijvoorbeeld ακούω horen,
κλαίω huilen, τρώω eten).
Deze regel kent twee verschillende soorten van uitzonderingen:
- de werkwoorden σπάω en σκάω
(type B) hebben varianten σπάζω en
σκάζω (type A)
-aan de stam van de werkwoorden van type B wordt in de
passieve vormen van de 1e stam praesens een intervocalische
-γ- toegevoegd.
Binnen type A wordt voor een aantal tijden twee aparte subgroepen
onderscheiden:
- voor de werkwoorden op
-άρω en
-ίρω
- voor de werkwoorden op
-θέτω
Hoewel een verdere onderverdeling van de werkwoorden van de 1e conjugatie voor de vorming van de 1e stam niet noodzakelijk is, is het ter voorbereiding van een onderverdeling voor de vorming van de 2e stam handig om de werkwoorden van de 1e conjugatie in een aantal groepen in te delen (sommige van deze groepen vallen overigens nog verder uiteen bij de vorming van de 2e stam).
eerste stam op | ||||||
B-groep |
labialen: β π φ ψ ευ αυ |
κρύβω εγκαταλείπω αλείφω όψομαι δουλεύω αναπαύω |
verbergen verlaten insmeren schuld dragen werken doen rusten |
en op: πτ φτ λπ ρπ μπ μ |
καλύπτω βλάφτω περιθάλπω έρπω πέμπω τρέμω |
bedekken beschadigen verplegen kruipen zenden trillen |
T-groep |
dentalen: δ θ τ |
διαψεύδω πείθω θέτω |
ontkennen overtuigen leggen |
en op: λ λλ ρ ρν φτ σ |
οφείλω παραγγέλλω ξέρω φέρνω πέφτω αρέσω |
verschuldigd zijn bestellen weten brengen vallen zinnen |
A-groep |
klinkers: υ ει ου ε |
απολύω αποκλείω αποκρούω συνδέω πνέω |
ontslaan uitsluiten afstoten verbinden waaien |
|||
N-groep | αν εν ειν ην ων ιν υν |
φτάνω δένω κλείνω ψήνω πληρώνω κρίνω μολύνω |
bereiken binden sluiten braden betalen oordelen vervuilen |
αιν |
σωπαίνω ανασταίνω ζεσταίνω ακριβαίνω καταλαβαίνω αποτυχαίνω |
zwijgen doen herrijzen verwarmen duurder worden begrijpen falen |
Z-groep | ζ | αγκαλιάζω αλλάζω |
omhelzen verwijderen |
|||
G-groep |
gutturalen: γ γγ γν σσ ττ |
ανοίγω σφίγγω εκρήγνυμαι αναπτύσσω εισπράττω |
openen klemmen ontploffen ontwikkelen incasseren |
κ λκ σκ χ γχ χν ρχ |
πλέκω έλκω βρίσκω προσέχω ελέγχω φτιάχνω έρχομαι |
breien trekken vinden opletten controleren maken komen |
R-groep | ρ |
σοκάρω σερβίρω |
shockeren serveren |
Nb. Indien bij eenzelfde 1e stam meerdere voorbeelden zijn opgenomen, geeft dit aan dat voor deze stam bij de vorming van de 2e stam een verdere uitsplitsing plaatsvindt.
Nb. De indeling in groepen komt niet geheel overeen met de indeling in medeklinkers.
Nb. In een paar gevallen vallen werkwoorden met dezelfde stam (ten gevolge van de vorming van de 2e stam) in verschillende groepen. Bijvoorbeeld: -φτ, -ν
Nb. De stammen eindigend op -σσ en-ττ zijn in verband met de groepering voor de 2e stam reeds bij de G-groep opgenomen.