Regelmatige en onregelmatige werkwoorden
Inleiding
Indien we in het Nederlands naar de vormen kijken die werkwoorden
bij het vervoegen aannemen, blijken daar bepaalde regelmatigheden in
voor te komen. Dit leidt tot de behoefte om een regel te maken op
grond waarvan de vormen voorspeld kunnen worden.
Bijvoorbeeld: wandelen-wandelde-gewandeld, rodelen-rodelde-gerodeld
leidt tot de regel: de verleden tijd wordt verkregen door de letters
'en' aan het eind te vervangen door de letters 'de', terwijl
het voltooid deelwoord wordt gevormd door de letters 'en' aan het
eind te vervangen door de letter 'd' en het geheel vooraf te laten
gaan door de letters 'ge'.
Dit werkt echter niet voor werkwoorden als kammen-kamde-gekamd.
Dit kan worden opgelost door het begrip stam in te voeren en te
bepalen dat de stam gevonden wordt door de letters 'en' te
verwijderen en als de stam dan op twee gelijke letters eindigt er
daar ook één van te verwijderen. Vervolgens moet de regel voor de
verleden tijd en voor het voltooid deelwoord een beetje aangepast
worden.
De aangepaste regel werkt echter nog niet voor werkwoorden als
passen-paste-gepast. Dit is opgelost door de uitbreiding met de
bekende regel van het 'kofschip' oftewel 'fokschaap'.
De uitgebreide regels werken nog steeds niet voor werkwoorden als
koken-kookte-gekookt.
Enzovoort, enzovoort (denk aan werkwoorden als leven, bereiden,
vermaken, kopen, mogen, zullen).
Naarmate het aantal regels toeneemt zal het gedrag van meer
werkwoorden gedekt worden (de regelmatige werkwoorden).
Steeds echter zullen er werkwoorden zijn die zich niet aan de regels
houden (de uitzonderingen, de onregelmatige werkwoorden).
Duidelijk is dat naarmate het aantal regels toeneemt, ook het aantal
werkwoorden dat zich 'regelmatig' gedraagt, toeneemt, terwijl het
aantal 'onregelmatige' werkwoorden afneemt. Naast het toenemen van
het aantal regels, zullen deze echter steeds ingewikkelder worden.
Om die reden wordt ook in het Grieks met een beperkte set regels
gestart, waarbij dan het aantal woorden dat zich niet helemaal
of helemaal niet aan die regels houdt, groot is (hier besproken op
niveau *). Bij verdere studie zullen er dan genuanceerdere
indelingen blijken te bestaan die het gedrag van een groter aantal
werkwoorden voorspeld (Stauropoulos, 23 groepen; Lauxtermann, 36
groepen en een lijst met plm 180 onregelmatige werkwoorden; Prisma,
30 groepen een lijst met plm 200 onregelmatige werkwoorden;
Intertaal, 71 groepen; Iordanidou, 235 groepen).
Regelmatige werkwoorden zijn werkwoorden die zich bij de
vervoeging aan zekere regels houden; preciezer gezegd: werkwoorden
die als zij aan bepaalde voorwaarden voldoen, bepaalde vormen
aannemen.
Onregelmatige werkwoorden zijn werkwoorden die dat niet doen;
preciezer gezegd: die ofwel niet aan de voorwaarden voldoen, ofwel
als zij wel aan de voorwaarden voldoen, toch niet de voorspelde
vormen aannemen.