Overzicht 2e conjugatie, 1e stam, actief en passief
De werkwoorden van de 2e conjugatie (vervoeging) vallen in 5 groepen uiteen:
enkelvoud |
|||||||
actief | passief | ||||||
1e | 2e | 1e | persoon | ||||
A1 | -(α)ώ | -άς | -ιέμαι | αγαπώ | beminnen | ||
A2 | -ώ | -άς | -ώμαι | αντανακλώ | weerkaatsen | ||
B | -ώ | -είς | -ούμαι | θεωρώ | beschouwen | ||
C | -ώ | -οίς | -ούμαι | πληρώ | voldoen aan | ||
D | - | -άμαι | λυπάμαι | spijt hebben |
Deze regel kent een paar uitzonderingen van werkwoorden die zowel volgens type A1 als volgens type B vervoegd worden.
Binnen type A2 wordt voor een aantal tijden een aparte subgroep
onderscheiden:
- de werkwoorden op -καθιστώ.
Belangrijke opmerking
De hiervoor genoemde indeling is vooral van belang voor de actieve
en passieve vormen van de werkwoorden in het praesens, de
coniunctivus van de 1e stam, van de paratatikos (het imperfectum),
de gebiedende wijs van de 1e stam en het tegenwoordig deelwoord.
Bij de vorming van werkwoordsvormen die zijn gebaseerd op de tweede
stam treden allerlei wijzigingen op door samentrekking van (laatste)
letter(s) van de stam en de toevoeging van de medeklinkers van de 2e
stam actief en/of passief. Deze effecten leiden tot wijzigingen in
de groepering van de werkwoordsvormen.
Het is wel zo dat de genoemde indeling steeds als uitgangspunt wordt
gekozen.
Let wel. Dat werkwoorden tot eenzelfde groep behoren en dus op
overeenkomstige wijze het praesens vormen, betekent niet dat zij ook
in alle van de eerste stam afgeleide vormen overeenstemmen. Ook daar
komen weer uitzonderingen voor. In ieder geval kan het gebeuren dat
bepaalde vormen ontbreken. Bijvoorbeeld:
- door de nevenvormen voor het
passivum; bijvoorbeeld: ανακλώ
(weerkaatsen) volgens A1 en A2, στενοχορώ
(verdrietig maken) volgens A1 en B;
- bij de vorming van de
2e stam actief;
- daaraanboven bij de vorming van de
2e stam passief;
- het voltooid deelwoord van κοιμάμαι en φοβάμαι gaat uit op
-ισμένος, van λυπάμαι op -ημένος, terwijl θυμάμαι geen voltooid
deelwoord heeft.