Complementszinnen
Complementszinnen ingeleid door να
Het voegwoord να leidt in de regel subject
(onderwerps-) of objects (lijdend voorwerps-) zinnen in bij
werkwoorden die een wil/wens, een (on)mogelijkheid of noodzaak
uitdrukken.
Deze zinnen noemt men in het Grieks ook wel
βουλευτικές προτάσεις,
dwz. wil-zinnen.
Het werkwoord in de να- zin drukt een nog niet
uitgevoerde (toekomstige) of niet uitvoerbare (irreële) handeling
uit.
Afhankelijk van het karakter van de wil/wens, mogelijkheid of
noodzaak, kan het werkwoord van de bijzin in de coniunctivus, het
imperfectum of de indicativus staan.
Gaat het om een onvervulde of onvervulbare
wens, een onuitgevoerde of onuitvoerbare handeling dan staat het
werkwoord in het imperfectum.
Gaat het om een (on)waarschijnlijkheid,
vaak in combinatie met een onpersoonlijk πρέπει (het is nodig dat),
μπορεί (het is mogelijk dat/ het zou
kunnen dat) of φαίνεται (het schijnt
dat/het lijkt erop dat), dan staat het werkwoord in de
indicativus (nb: de aoristos is ook een indicativus).
In alle overige gevallen staat het werkwoord in de coniunctivus en
wordt het verder niet gemarkeerd qua tijd.
Complementszinnen ingeleid door να, werkwoord in de coniunctivus
wens | σε παρακαλώ να έρχεσαι στην ώρα σου. | ik verzoek je voortaan op tijd te komen. |
wil | μας απαγόρευσαν να μπούμε μέσα. | ze verboden ons naar binnen te gaan. |
wens | ελπίζουμε να μην της πείτε τίποτα. | we hopen dat jullie haar niets vertellen. |
wens | θέλει να έρθεις κοντά της. | ze wil dat je (dicht)bij haar komt. |
noodzaak | πρέπει να φύγω αμέσως. | ik moet onmiddellijk weg. |
wens | μπορείς να περιμένεις μια στιγμή; | kun je even wachten? |
De ontkenning na να is μη(ν),maar zij komt niet vaak voor. In een negatieve context is het eerder het werkwoord in de hoofdzin dat ontkend wordt:
wens | δε θέλει να σας το γράψει. | ze wil het U niet schrijven. |
noodzaak | δεν πρέπει να το πιστέψουν. | ze moeten het niet geloven. |
onmogelijkheid | δεν μπορεί κανείς να το ξεχάσει. | men kan het maar niet vergeten. |
Alleen wanneer de ontkenning nadruk heeft (en duidelijk bij het werkwoord van de bijzin hoort) wordt μη(ν) in de bijzin geplaatst.
wens | προτιμάω να μήν πάω. | ik wil liever niet gaan. |
wens | θέλω να μην το πεις. | ik wil dat je het niet zegt. |
wens | θέλω να μην πεις τίποτα. | ik wil dat je niets zegt. |
noodzaak | πρέπει να μην το γράψετε. | u moet het (juist) niet schrijven. |