Bijvoeglijke bijzin = Betrekkelijke bijzin
in het Grieks
Betrekkelijke (bijvoeglijke) bijzinnen vervullen de syntactische functie van bijvoeglijke bepaling in de hoofdzin.
Betrekkelijke (bijvoeglijke) bijzinnen worden ingeleid door:
- een betrekkelijk voornaamwoord: που
en ο οποίος, (die, dat, van, wie ed) όσος (zoveel als, evenveel als)
που | η γυναίκα που πέρασε χτες, είναι η θεία της Άννας. | de vrouw die gisteren langs kwam, is Anna's tante. |
ο οποίος | η κοπέλα για την οποία σου μίλησα, παντρεύτηκε χτες. | het meisje waarover ik het met je had, is gisteren getrouwd. |
όσος | ο κήπος έχει τόσες τουλίπες όσες δεν έχω ξαναδεί στη ζωή μου. | de tuin heeft zoveel tulpen als ik van mijn leven nog niet gezien heb. |
Nb. Που lijkt net als het Nederlandse 'die' en 'dat' op diverse plaatsen een vervanging te zijn voor ingewikkelder, formelere constructies met ο οποίος:
ο τρόπος με τον οποί μιλούσε, ήταν μάλλον αγενής. | de manier waarop hij sprak, was nogal onbeleefd. |
ο τρόπος που μιλούσε, ήταν μάλλον αγενής. | de manier waarop hij sprak, was nogal onbeleefd. |
- een betrekkelijk bijwoord: όπου (waar), όπως (zoals, zo ...als)
όπου | το σπίτι όπου μένω, είναι καινούργιο. | het huis waar ik woon, is nieuw. |
όπως | ακριβώς έτσι όπως σου είπα, έγιναν τα πράγματα. | precies zoals ik je zei, gebeurden de dingen. |
- een onbepaald betrekkelijk voornaamwoord: όποιος (wie, welke, wat ook maar),όσος (zoveel ... als, wie ook maar), ό,τι(wat ook maar)
όποιος | όποιος βρει το νόμισμα, είναι ο τυχερός. | wie de munt vindt, is de gelukkige. |
όσος | φάε όσο μπορείς. | eet zo veel als je kunt. |
ό,τι | ό,τι κι αν πεις, δε με πειθείς. | wat je me ook zegt, je overtuigt me niet. |
- een onbepaald betrekkelijk bijwoord:όπου (waar ook maar), όποτε (wanneer ook maar), όπως (zoals, hoe ... ook), όσο (zo ... als, hoe ... des te).
οπότε | όποτε έρθει θα τον δεχτώ. | wanneer hij komt, zal ik hem ontvangen. |
όπου | πήγαινε όπου σ' αρέσει. | ga waarheen je maar wilt. |
όπως | έκανα την σούπα όπως μού 'χες πει. | ik heb de soep gemaakt zoals je 't me gezegd had. |
όσο | τρέχα όσο μπορείς. | ren zo hard je kunt. |
In het Grieks kunnen diverse betrekkelijke voornaamwoorden ook bijvoeglijk gebruikt worden:
όποιος | έλα όποια ώρα θέλεις. | kom zo laat (of vroeg, lett.: welk uur) je maar wilt. |
ό,τι | έλα ό,τι ώρα θες. | kom (maar) wanneer (/hoe laat, lett.:welk uur) je maar wilt. |
όσος | όσοι βουλευτές δε συμφωνούσαν, άρχισαν να διαμαρτύρονται. | (al) de (/alle) tweedekamerleden die het er niet mee eens waren, begonnen te protesteren. |
όσος | πιες όση ρετσίνα θες. | drink zoveel retsina als je wilt. |
Betrekkelijke bijzinnen worden onderscheiden in uitbreidende betrekkelijke bijzinnen en beperkende betrekkelijke bijzinnen.
uitbreidende bijzin | η θεία Κατίνα, που είναι νοσοκόμα, θα έρθει αύριο. | tante Katina, die verpleegster is, komt morgen. |
beperkende bijzin | τα παιδιά που παίζουν κάτω στο δρόμο, είναι ελληνόπουλα. | de kinderen die beneden op straat spelen, zijn Griekse kinderen. |
Nb. Ook in het Grieks begint een uitbreidende bijzin met een
komma.
Het betrekkelijk voornaamwoord kan in de bijzin de volgende
functies vervullen:
- onderwerp
- lijdend voorwerp
- meewerkend voorwerp
- bijvoeglijke bepaling
- bijwoordelijke bepaling
onderwerp | η γυναίκα που πέρασε χτες, είναι η θεία της Άννας. | de vrouw die gisteren langskwam, is Anna's tante. |
lijdend voorwerp | ήρθε και ο κύριος που γνώρισα την προηγούμενη εβδομάδα. | ook de man die ik vorige week had leren kennen, is gekomen. |
meewerkend voorw. | η μητέρα που της τα είπα όλα, άρχισε να κλαίει. | mijn moeder aan wie ik alles verteld had, begon te huilen. |
bijvoeglijke bepaling | τα παιδιά των οποίων ο πατέρας αρρώστησε, μένουν απέναντι. | de kinderen van wie de vader ziek geworden is, wonen aan de overkant. |
bijwoordelijke bep. | η κοπέλα για την οποία σου μίλησα, παντρεύτηκε χτες. | het meisje waarover ik het met je had, is gisteren getrouwd. |
De betrekkelijke bijzin kan binnen de zin ook een zelfstandig
geheel zijn zonder dat verwezen wordt naar een expliciet genoemd
antecedent.
De zin heeft dan een ingesloten antecedent. Deze
situatie treedt alleen op bij de onbepaalde voornaamwoorden.
Indien er wel een zinsdeel is waarnaar verwezen wordt, dan is dat
zinsdeel het antecedent (zonder meer).
Men spreekt dan van een betrekkelijke bijzin met
ingesloten antecedent.
In de strikte betekenis van het woord is een
'betrekkelijke bijzin met ingesloten antecendent' geen betrekkelijke bijzin meer (het
voornaamwoord heeft niet meer betrekking op een woord uit de
hoofdzin), maar een zogenaamde complementszin.
De betrekkelijke bijzin met ingesloten antecedent kan als geheel de volgende functies
vervullen:
- onderwerp
- lijdend voorwerp
- meewerkend voorwerp
- bijvoeglijke bepaling
- bijwoordelijke bepaling
onderwerp | όποιος πιει το νερό, γίνεται αθάνατος. | wie van het water drinkt, wordt onstervelijk. |
lijdend voorwerp | φάε όσο μπορείς. | eet zoveel je kunt. |
meewerkend voorw. | ||
bijvoeglijke bepaling | ||
bijwoordelijke bep. | έλα όποια ώρα θέλεις. | kom zo laat je maar wilt. |