Voegwoord
Voegwoorden zijn niet-verbogen woorden die afzonderlijke woorden,
zinsdelen en zinnen met elkaar verbinden.
Als ze zinnen verbinden worden ze verder niet als afzonderlijk
zinsdeel, noch als een onderdeel van een zinsdeel gezien.
Een voegwoord en de betekenis van de (bij)zin waarin hij wordt gebruikt, zijn sterk met elkaar verbonden.
Daarom vindt de bespreking plaats in de syntaxis (zinsleer).
In het Nederlands worden voegwoorden onderscheiden in
nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden. Dit gebeurt aan de
hand van het antwoord op de vraag of bij het samenvoegen van twee
enkelvoudige zinnen in één van die zinnen de woordvolgorde wijziging
ondergaat. Is dat het geval dan is er sprake van een onderschikkend
voegwoord, en anders van een nevenschikkend voegwoord.
De zin met de gewijzigde woordvolgorde is de
bijzin, de andere de
hoofdzin.
In het Grieks ondergaat de woordvolgorde in de bijzin niet noodzakelijkerwijs een wijziging.