Accent en augment
Passivum
Het Nieuwgrieks maakt in de passieve vormen geen
gebruik van een augment, omdat de passieve uitgangen van het
imperfectum en de aoristus twee- of drielettergrepig zijn. Hierdoor
zijn er, als de vorm proparoxytoon is, altijd genoeg lettergrepen.
Toch zijn er enkele oude passivumvormen waarin wel degelijk een
augment optreedt, zelfs als het niet beklemtoond is. Hoofdzakelijk
gaat het om Oudgriekse werkwoorden of werkwoordsvormen die door de
katharevousa in ere hersteld zijn en tot op zekere hoogte
ingeburgerd zijn geraakt in het moderne Grieks.
Het passieve imperfectum van het werkwoord θέτω (plaatsen, stellen) en samenstellingen met dit werkwoord hebben een afwijkende vorming, waarin het augment gehandhaafd wordt '):
εκτίθεμαι | tentoongesteld worden | |
imperfectum passivi | εξετίθετο | (iets) werd tentoongesteld |
πρόκειται | het zal, het betreft | |
imperfectum passivi | επρόκειτο | het was, het betrof |
εκπλήσσω | verbazen | |
aoristus passivi | εξεπλαγήν | ik was verbaasd |
Ten slotte is er het zogenaamde
perfectumaugment, dat optreedt bij bepaalde participia
perfecti passivi (passieve voltooide deelwoorden):
σπεύδω | zich haasten | εσπευσμένος | gehaast, overhaast |
αγιάζω | heilig worden | ηγιασμένος | heilig (geworden) |
Dit perfectumaugment kan ook de vorm aannemen van een verdubbeling van de eerste letters van de stam. Dit heet reduplicatie:
πείθω | overtuigen | πεπεισμένος | overtuigd |
') Dit treedt niet bij alle samenstellinen
van θέτω op. In het bijzonder niet bij die samenstellingen
waarbij is het accent is verschoven, waardoor die tot de tweede
conjugatie behoren:
υιοθετώ - adopteren