Betrekkelijke bijzin ingeleid door het betrekkelijk voornaamwoord που
Που als inleiding van een bijwoordelijke bepaling (voorzetselconstructie). ')
In de gevallen dat που een bijwoordelijke bepaling in de bijzin inleidt, wordt het voorzetsel ook nog van een zwak persoonlijk voornaamwoord in de vereiste naamval voorzien ongeacht de vraag of de bijzin uitbreidend of beperkend is. Dit zwakke persoonlijke voornaamwoord komt in getal en geslacht overeen met het antecedent in de hoofdzin.
Uitbreidende betrekkelijke bijzin.
ο φίλος που μαζί του πήγα στο Παρίσι, πέθανε. | de vriend met wie ik naar Parijs ben geweest, is gestorven. |
εκεί υπάρχει ένα σχολείο που κοντά του έχει έναν πλάτανο. | daar staat een school met een plataan ernaast. |
η κοπέλα που γι' αυτήν μετανάστευσε στην Ελλάδα, είναι έγκυος. | het meisje waarvoor hij naar Griekenland is vehuisd, is zwanger. |
Nb. samengestelde voorzetsels als μαζί με en κοντά σε gaan in de samengestelde vorm met de accusativus, maar in het geval er een persoonlijk voornaamwoord volgt, blijft het voorzetsel, με respectievelijk σε, achterwege en staat het persoonlijk voornaamwoord in de genitivus.
Nb. De voorbeeldzinnen kunnen ook gevormd worden door gebruik te
maken van
ο
οποίος:
- ο φίλος μαζί με τον οποίο πήγα στο Παρίσι, πέθανε.
- εκεί υπάρχει ένα σχολείο κοντα στον οποίο έχει έναν πλάτανο.
- η κοπέλα γαι την οποία μετανάστευσε στην Ελλάδα, είναι έγκυος.
Zowel in Grieks als in het Nederlands is een trend zichtbaar om het gebruik van 'waarin', 'aan wie' en dergelijke, te vervangen door 'die', 'dat':
o άνθρωπος που του δάνεισα τα λεφτά, είναι ο ο θειός μου. | de man die ik het geld geleend heb, is mijn oom. |
Klik hier voor overzicht van alle functies die που kan hebben als betrekkelijke voornaamwooord
') Het verschil tussen een voorzetselconstructie en een bijwoordelijke bepaling is niet altijd makkelijk te zien. Bovendien heeft het voor de hier besproken onderwerpen geen consequenties.