Zinsdelen, onderwerp
το υποκείμενο
Het zinsdeel dat in eerste instantie bij de handeling, beweging of toestand die in de zin wordt beschreven, betrokken is, is het onderwerp. In het Grieks wordt het onderwerp niet expliciet in de zin vermeld als het uit de werkwoordsvorm blijkt.
Een hele (bij)zin kan als onderwerp van een andere (hoofd)zin dienen; de zogenaamde onderwerpszin.
Twee bijzondere vormen van het onderwerp zijn '):
- loos onderwerp
- voorlopig
onderwerp
Onderwerp:
De auto
rijdt nog steeds. onderwerpszin: Wie voorzichtig rijdt, maakt weinig ongelukken. |
η λάμπα φωτίζει το δωμάτιο. διαβάζεις; |
de lamp verlicht de kamer. lees je? |
Het zinsdeel dat de handeling, beweging of toestand uitdrukt,
die in de zin beschreven wordt, is het
gezegde. Het gezegde bestaat minimaal uit de
persoonsvorm.
de auto rijdt nog
steeds. ik zou dat niet hebben kunnen doen. Persoonsvorm: rijdt respectievelijk zou. |
τα παιδιά παίζουν. | de kinderen spelen. |
ο Πέτρος είναι προσεκτικός. | Petros is voorzichtig. |
Het onderwerp stemt in persoon en aantal overeen met de persoonsvorm.
Voor samengestelde onderwerpen gelden de volgende regels:
ene deel van het onderwerp | andere deel van het onderwerp |
persoonsvorm |
eerste persoon | tweede persoon | eerste persoon meervoud |
eerste persoon | derde persoon | eerste persoon meervoud |
tweede persoon | derde persoon | tweede persoon meervoud |
') In het geval van een loos onderwerp is in het Nederlands soms nog een andere formulering mogelijk waarbij het onderwerp helemaal achterwege blijft:
- hij droeg zijn nette kleren zoals het bij de gelegenheid paste.
- hij droeg zijn nette kleren zoals bij de gelegenheid paste.
Nb. zoals is een voegwoord van vergelijking. Dit is dus een totaal andere situatie dan wanneer een betrekkelijk voornaamwoord in de bijzin gebruikt wordt, dat daar de rol van het onderwerp vervult.
Door ook nog de persoonsvorm weg te laten reduceert de bijzin zich tot een ellyptische bijzin:
- hij droeg zijn nette kleren zoals het gebruikelijk is.
- hij droeg zijn nette kleren zoals gebruikelijk is.
- hij droeg zijn nette kleren zoals gebruikelijk.