Zinsdelen, lijdend voorwerp
το αντικείμενο
Het zinsdeel dat uitdrukt op wie of wat de handeling is gericht,
wie of wat de handeling ondergaat, is het
lijdend voorwerp
(το άμεσο αντικείμενο).
Een hele (bij)zin kan als lijdend voorwerp van een andere
(hoofd)zin dienen: de lijdendvoorwerpszin
Een bijzonder vorm van een lijdend voorwerp is een
loos lijdend voorwerp.
een voorzichtige chauffeur maakt weinig ongelukken. |
ο Γιώργος χαϊδεύει το σκύλο. | Giorgos plaagt de hond. |
νοίζω ότι έχεις δίκιο. | ik geloof dat je gelijk hebt. |
Soms wordt het lijdend voorwerp van een zin in diezelfde zin in de
vorm van persoonlijk voornaamwoord herhaald (reduplicatie).
Nb. Het Griekse werkwoorden ρωτάω (vragen) gaat vergezeld
van twee objecten in de accusativus.
Anders gezegd: het meewerkend voorwerp staat in dat geval ook in
de accusativus.