Zinsleer, voornaamwoorden, bezittelijk
Bezittelijke voornaamwoorden vallen uiteen in:
- zwakke bezittelijkevoornaamwoorden
- sterke bezittelijkevoornaamwoorden
Zwakke bezittelijke voornaamwoorden
Het zwakke bezittelijke voornaamwoord wordt gevormd door de genitivus van het persoonlijk voornaamwoord en staat achter het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.
ο πατέρας μου | mijn vader |
η γυναίκα σας | uw vrouw |
τα παιδιά τους | hun kinderen |
η φιλενάδα της | haar vriendin |
Let op het verschil:
ο Γιώργος είναι ο φίλος μου. | Giorgos is mijn vriend. |
ο Γιώργος είναι φίλος μου. | Giorgos is een vriend van me. |
Sterke bezittelijke voornaamwoorden
De sterke vorm van het bezittelijk voornaamwoord wordt vorm gegeven met δικός μου, δικός σου, δικός του, δικοί μας, δικοί σας, δικοί τους.
De sterke bezittelijke voornaamwoorden worden in de volgende situaties gebruikt:
αυτή είναι η δική μου καμπαρτίνα. | dit is míjn regenjas. |
αυτή η καμπαρτίνα είναι η δική μου. | dit is míjn regenjas. |
αυτό το ποδήλατο είναι δικό μου. | deze fiets is van mij. |
έχουν δικές τους ακρογιαλιές. | ze hebben eigen stranden. |
έχουμε δικό μας αυτοκίνητο. | we hebben een eigen auto. |
οι δικοί μου | mijn familie/verwanten |
οι δικοί του | de zijnen |