Syntaxis, naamvallen, genitivus
De genitivus van zelfstandige naamwoorden (en eigennamen)
De genitivus wordt in het Grieks voor meer toepassingen gebruikt dan in het Nederlands:
- de bezitter,subject of object van het voorafgaande woord
η μητέρα της Πόπης | de moeder van Popi |
το γράμμα της μητέρας | de brief van de moeder |
η φωτογραφία της οικογένειας | de familiefoto |
αυτό το σπίτι είναι της Μαρίας. | dit huis is van Maria. |
τα νησιά του Αιγαίου | de eilanden in de Egeïsche zee |
ο μαθητής (του) Γυμνασίου | de middelbare scholier |
ένα γραμματόσημο των 10 (δραχμών) | een postzegel van tien drachme |
το τρένο των δυο | de trein van twee uur |
Nb. De genitivus komt niet alleen voor als bijvoeglijke bepaling maar ook als naamwoordelijk deel van het gezegde: dat huis is van Maria.
Nb. Waar het Grieks een genitivus gebruikt, wordt in het Nederlands soms een samengesteld zelfstandig naamwoord (familiefoto) of soms door een bijvoeglijke naamwoord (de middelbare scholier) gebruikt.
- voor de familienaam van vrouwen
η Πόπη Παναγιωτάκη | Popi Panagiotaki | (haar vader heet Panagiotakis) |
η Μαρία Παπαδοπούλου-Γεράλη | Maria Papadopoulou-Gerali | (har man heet Papadopoulos, haar vader heet Geralis) |
ο κύριος και η κυρία Παναγιωτάκη | de heer en mevrouw Panagiotaki |
- bij leeftijdsaanduidingen
το μωρό είναι δυο μηνών. | de baby is twee maanden. |
ο γιος μου είναι 5 χρονών. | mijn zoon is 5 jaar. |
- bij data
στις 30 Απριλίου | op 30 April |
- bij straatnamen
αυτή είναι η (όδος) Ακαδημίας. |
dit is de Academiestraat. |
μένουν στην Αποστόλου Παύλου. | zij wonen in de Apostolos Pavlosstraat. |
- bij plaatsaanduidingen
μένει στο Άμστερνταμ της Ολλανδίας. | hij woont in Amsterdam in Nederland. |
De genitivus van persoonlijke voornaamwoorden
De genitivus van de zwakke vorm van de persoonlijke voornaamwoorden heeft de volgende functies:
- bezittelijk voornaamwoord
τα πράγματά τους | hun spullen |
η δασκάλα μας | onze lerares |
ένας παλιός μου φίλος | een oude vriend van mij |
Let op de plaatsing van het bezittelijk voornaamwoord direct na het bijvoeglijk voornaamwoord.
- meewerkend voorwerp
δε σου το λέμε. | we zeggen het je niet. |
γαιτί δεν τους το λες; | waarom zeg je het hun niet? |
Let op de volgorde: (ontkenning) - meewerkend voorwerp - lijdend voorwerp