◄***

▼**

►***

Varianten

 

Werkwoorden op -άω/-ώ.
De grootste groep van deze werkwoorden zijn de werkwoorden van de 2e vervoeging, zoals αγαπώ.
Daarnaast is er nog een kleine groep van de 1e vervoeging in de subgroep met de zogenaamde samengetrokken werkwoorden.

Behalve in de 1e persoon enkelvoud vertonen de werkwoorden van de 2e conjugatie geen andere variatie; ze hebben dus slechts één 1e stam actief, één 2e stam actief en eventueel één 1e stam passief en één 2e stam passief.

 

Werkwoorden van de 2e vervoeging op -άω

werkwoorden		voorbeeld		aantal
2e vervoeging op -άω/-ώ				295
	alleen een variant op -άω	βουτάω	dompelen	42
	voorkeur voor variant op -άω	βαράω	slaan	74
	zowel variant op -άω als op -ώ	αγαπάω	liefhebben	179
	alleen of voorkeur voor -ώ	-	-	-

') een aantal van deze werkwoorden behoren ook tot de groep op -άω/-ώ.

Werkwoorden van de 1e vervoeging op -άω (7)

Enkele van de samengetrokken werkwoorden van de 1e conjugatie hebben een andere variant dan die op -ώ.

1e stam actief		2e stam actief		1e stam passief	2e stam pass
πάω	πηγαίνω	πήγα ')	-			gaan
σπάω	σπάζω	έσπασα	σπάζομαι		-άστηκα	breken	4
σκάω	σκάζω	έσκασα	-			ontploffen
φυλά(γ)ω	φυλάσσω	φύλαξα	φυλάγομαι		-άχτηκα	bewaken
προφυλάω	προφυλάσσω	προφύλαξα	προφυλάγομαι	-άσσομαι	-άχτηκα	behoeden
πετάω/-ώ		πέταξα	πετιέμαι	-άγομαι	-άχτηκα	gooien	16
κοιτάω/-ώ	κοιτάζω	κοίταξα	κοιτιέμαι	-άζομαι	-άχτηκα	kijken naar	5

') coninunctivus van de 2e stam: πάω

werkwoorden op -άω/ώ met een variant in de 2e stam

1e stam actief	2e stam actief		1e stam passief	2e stam passief
πηδάω/-ώ	πήδησα	πήδηξα	πηδιέμαι	πηδήχτηκα		springen
βαστάω/(-ώ)	βάσταξα	βάστηξα	βαστιέμαι	βαστήχτηκα	βαστάχτηκα	vasthouden
ξεφυσάω/(-ώ)	ξεφύσησα	ξεφύσηξα	-			puffen

 

werkwoorden van de 2e vervoeging op -άω/ώ met een 2e persoon enkelvoud op -άς/-είς en/of een passieve variant -ιέμαι/-ούμαι  (28)

1e stam actief	1e stam passief
alleen actief	λαλάω/-ώ	λαλάς/-είς	-	-	kraaien	11
alleen passief	-	-	αρνιέμαι	αρνούμαι	ontkennen	6
zowel actief als passief	ζητάω/-ω	ζητάς/-είς	ζητιέμαι	ζητούμαι	vragen	18

') een aantal van deze werkwoorden behoren ook tot de groep op -άω/-ώ.

werkwoorden van de 2e vervoeging op -άω/ώ met een passieve variant -ιέμαι/-ώμαι  (14)  

1e stam actief	2e stam actief		1e stam passief		2e st pass
μελετάω/-ώ	μελέτησα		μελετιέμαι	μελετώμαι	μελετήθηκα	studeren
Maar
ορμώ	όρμησα	όρμηξα	-	ορμώμαι	ορμήθηκα	eropaf stormen

') een aantal van deze werkwoorden behoren ook tot de groep op -άω/-ώ.

werkwoorden van de 2e vervoeging op -άμαι  (4)  

1e stam			2e stam
κοιμάμαι	(κοιμούμαι)	κοιμίζω	κοιμήθηκα	κοίμισα	slapen, doen slapen
φοβάμαι	(φοβούμαι)	φοβίζω	φοβήθηκα	φόβισα	vrezen, angst aanjagen
θυμάμαι	(θυμούμαι)		θυμήθηκα		zich herinneren
αναθυμάμαι	(αναθυμούμαι)		-		zich voor de geest halen