Activum, 2e stam, 1e conjugatie, type A en B, asigmatische tweede stam
Eerste stam op-αιν-, tweede stam op --
eerste stam | tweede stam | ||
καταλαβαίνω | καταλαβαιν- | καταλαβ- | begrijpen |
αποτυχαίνω | αποτυχαιν- | αποτυχ- | falen |
Tot dit paradigma behoren bijvoorbeeld:
λαχαίνω | overkómen | πετυχαίνω | slagen | |
μαθαίνω | leren | προλαβαίνω | (het) halen | |
παθαίνω | ondergáán | τυχαίνω | overkómen | |
samenstellingen met -βαίνω: | ||||
αποβαίνει | het loopt uit op | μεταβαίνω | overgaan (naar) | |
ανεβαίνω | omhooggaan | μπαίνω | naar binnen gaan | |
βγαίνω | naar buiten gaan | παραβαίνω | overtreden | |
διαβαίνω | passeren | παρεμβαίνω | zich mengen in | |
επέμβαίνω | ingrijpen | συμβαίνει | het gebeurt | |
κατεβαίνω | omlaaggaan | υπερβαίνω | overschrijden |
Nb. Deze werkwoorden hebben geen van alle passieve vormen.
Voor 3e persoon passief van
μαθαίνω wordt gebruik gemaakt van de 3e persoon van
μαθεύομαι (bekend worden).
Πετυχαίνω en αποτυχαίνω hebben in het praesens als nevenvormen πετυγχάνω resp. αποτυγχάνω.
Behalve deze werkwoorden op -αίνω behoren ook tot deze groep:
eerste stam | tweede stam | ||
βρίσκω | βρισκ- | βρ- | vinden |
βλέπω | βλεπ- | δ- | zien |
λέω | λε- | π- | zeggen |
Zie ook:
- eerste stam op -αιν- tweede stam op -ασ-
- eerste stam op -αιν- tweede stam op -ησ-
- eerste stam op -αιν- tweede stam op -αν-
- eerste stam op -αιν- tweede stam op -υν-
Let op. Deze werkwoorden vallen wat de coniunctivus betreft, in
twee subgroepen uiteen:
- de ene heeft in de coiniuctivus het accent op de laatste
lettergreep (bijvoorbeeld: ανεβώ)en heeft
dus een passieve morfologie
- de andere heeft in de coniunctivus, zoals gebruikelijk, het accent
op de een na laatste lettergreep (bijvoorbeeld:
επέμβω)