Slot-ν
Wanneer een woord dat op een ν eindigt, gevolgd wordt door een woord dat met een occlusieve gutturaal (κ, γκ, ξ), een occlusieve labiaal (π, μπ, ψ) of een occlusieve dentaal (τ) begint, treden de volgende veranderingen op:
gutturaal | ν κ | τον καιρό | [toŋ ɡjeró] | de tijd, acc. |
ν γκ | τον γκιόνη | [toŋ ɡjóni] | de uil, acc. | |
ν ξ | δεν ξέρω | [ðeŋ kséro] | ik weet niet | |
labiaal | ν π | τον πατέρα | [to(m) batéra] | de vader, acc. |
ν μπ | δεν μπορώ | [ðem moró] | ik kan niet | |
ν ψ | την ψυχή | [tim psixjí] | de ziel, acc. | |
dentaal | ν τ | δεν τρέχουμε. | [ðen dréxoyme] | wij rennen niet. |
Of men bij de vormen τον en την (bepalend
lidwoord
mannelijk en vrouwelijk enkelvoud
accusativus), τον en την (zwak
persoonlijk voornaamwoord mannelijk en vrouwelijk enkelvoud
accusativus), en δεν en μην (partikels
van negatie) wél of niet de slot-ν
uitspreekt en schrijft, hangt ten nauwste samen met de
assimilatieregels.
Dat wil zeggen: voor κ, γκ, ξ, μπ, ψ en τ, alsmede voor ντ, is de
slot-ν altijd te horen en dient deze
dus ook geschreven te worden. Zo ook, wanneer het volgende woord met
een klinker begint : bijv. τον άντρα (de man, acc.), την
αγαπώ (ik houd van haar), δεν αλλάζει (het verandert
niet).
Maar als er een andere medeklinker volgt, valt de slot-ν
weg: bijv. τη βάση (de basis, acc.), τη φίλω (ik kus haar),
μη μου λες (dat meen je niet).
Een uitzondering vormt het zwakke
persoonlijk voornaamwoord mannelijk enkelvoud τον (hem). Dat
behoudt onder alle omstandigheden zijn slot-ν
om het te kunnen onderscheiden van het het
zwakke persoonlijk
voornaamwoord onzijdig enkelvoud το (het): τον φίλω (ik
kus hem), in tegenstelling tot το φίλω (ik kus het).
Het is verder gebruikelijk om bij persoonsnamen de slot-ν
van het mannelijk lidwoord enkelvoud te laten staan: τον Στέφανο,
τον Σημίτη.
Bij de bijvoeglijke naamwoorden δυνατός, αδύνατος en πιθανός wordt een slot-ν geplaatst als zij gebruikt worden als naamwoordelijk deel van het gezegde in een onpersoonlijke zin:
είναι δυνατόν. | het is mogelijk. |
είναι αδύνατον. | het is onmogelijk. |
είναι πιθανόν. | het is waarschijnlijk. |
είκοσι τοις εκατό(ν). | 20 procent |
De slot-ν van de accusativus enkelvoud mannelijk van het bijvoeglijk naamwooord πολύ(ν) (veel) kan zoals gewoonlijk, gebruikt worden voor zelfstandige naamwoorden die met een klinker of met één van de medeklinkers κ, π, τ, γκ, μπ, ντ, ξ of ψ beginnen. Dit is echter niet verplicht. Bijvoorbeeld: περίμενα πολύν καιρό (ik wachtte een hele tijd), maar ook: περίμενα πολύ καιρό.
De slot-ν-kwestie komt ook voor bij:
- τέτοιο(ν) accusativus mannelijk: niet, tenzij het volgende woord met een klinker begint
- αυτό(ν), αυτή(ν) accusativus mannelijk/vrouwelijk: bij zelfstandig gebruik en in geval van sterk persoonlijk voornaamwoord
maar weer niet bij: είδες αυτό τον κύριο; - heb je die meneer gezien?
- σα(ν) - als, zoals, net als: τον αγαπώ σαν αδέλφο - ik houd van hem als van een broer
- percentages: είκοσι τοις εκατό(ν) - twintig percent
- staande uitdrukkingen: καθ' οδόν - onderweg
In meerdere gevallen wordt echter van de ν-regel afgeweken:
- ήταν σα πεθαμένος - hij bleef voor dood liggen
- σαν μεγλύτερος στην τάξη ... - als oudste van de klas ...
- τρέχει σα λάγος - hij rent als een haas