Onregelmatige werkwoorden, αρέσω - bevallen,
aanstaan
Het werkwoord αρέσω
wordt voornamelijk gebruikt in de 3e persoon enkelvoud en
meervoud.
αυτό το φόρεμα μου αρέσει - die jurk
bevalt me, ik vind die jurk leuk
Het Nederlands gebruikt in dergelijke gevallen
meestal een zinsconstructie waarbij het Griekse onderwerp (αυτό
το φόρεμα) en meewerkend voorwerp (μου)
vervangen worden door een Nederlands onderwerp (ik) en lijdend voorwerp (die jurk).
Slechts zelden komt men een zin tegen waarin het werkwoord
αρέσω niet in de derde persoon staat:
δεν άρεσες στη μητέρα μου - mijn moeder
was niet enthousiast/positief over jou
Zinnen in het Nederlands met bevallen of aanstaan
kunnen niet zonder meewerkend voorwerp.
Een zin zonder dat meewerkend voorwerp komt nogal gekunsteld over.
Daarom worden in de volgende overzichten
vertalingen achterwege gelaten.
Meest gebruikte vormen:
tegenwoordige tijd | verleden tijd |
αρέσω | άρεσα |
αρέσεις | άρεσες |
αρέσει | άρεσε |
αρέσουμε | αρέσαμε |
αρέσετε | αρέσατε |
αρέσουν | άρεσαν |
Overzicht van stamtijden van het werkwoord :
αρέσω | bevallen, aanstaan | actief |
aantonende wijs | tegenwoordige tijd | αρέσω |
aantonende wijs | onvolt. verleden tijd | άρεσα |
aanvoegende wijs | να αρέσω | |
aantonende wijs | toekomende tijd | θα αρέσω |
bevelende wijs | enkelvoud | άρεσε |
bevelende wijs | meervoud | αρέσετε/αρέστε |
voltooid tegenwoordige tijd | έχω αρέσει | |
voltooid verleden tijd | είχα αρέσει | |
voltooid toekomende tijd | ια έχω αρέσει | |
deelwoorden | - |
De vormen voor de paratatikos en de aoristos zijn gelijk.
Voor een volledig overzicht van alle
werkwoordsvormen, klik hier.