Werkwoorden vervoegen
In het Grieks wordt het werkwoord vervoegd naar vorm, stam/aspect, wijs, tijd, persoon en getal.
- vervoeging naar vorm wil zeggen: actieve vorm of passieve vorm
- vervoeging naar aspect wil zeggen: herhaalde of durende handeling: eerste stam, of eenmalige of afgeronde handeling: tweede stam
- vervoeging naar wijs wil zeggen: aantonende wijs, aanvoegende wijs, of gebiedende wijs (dat het Grieks nog twee andere wijzen kent, laten we hier even buiten beschouwing)
- vervoeging naar tijd wil zeggen: verleden, heden of toekomst en onvoltooid of voltooid
- vervoeging naar persoon wil zeggen: 1e, 2e of 3e persoon
- vervoeging naar getal wil zeggen: enkelvoud en meervoud.
Net als in het Nederlands kennen sommige werkwoorden alleen de 3e persoon enkelvoud: de onpersoonlijke werkwoorden.
Al deze keuzes zijn in principe onafhankelijk van elkaar te maken.
In theorie zou dit zou leiden tot een paar honderd mogelijke combinaties.
Gelukkig leiden niet al deze combinaties tot verschillende
vormen van het werkwoord; en ook zijn niet al deze combinaties mogelijk.
Wel is het zo dat áls een
werkwoord zowel een actieve als een passieve vorm kent, een
mogelijke vervoeging zowel actief als passief voorkomt.
Verder is het zo dat de voltooid verleden tijden en alle
toekomende tijden net als in het Nederlands, niet zozeer door
vervoeging als wel door middel van een taalconstructie worden
gevormd.
De toekomende tijden worden niet zoals in het Nederlands door
middel van een voegwoord (zullen) maar door toevoeging van een
partikel (θα) vorm gegeven.
Ook is het zo dat de gebiedende wijs (net als in het
Nederlands) slechts een zeer beperkt aantal combinaties
toestaat: altijd de tweede persoon, alleen in de tegenwoordige
tijd.
Dit leidt tot de conclusie dat de belangrijkste vervoeging
van het werkwoord gevonden worden door zowel voor de actieve als
voor de passieve vorm te kijken naar de mogelijke combinaties
van het aspect versus aantonende of aanvoegende wijs versus
heden of verleden.
Vervoeging: actief versus passief, voortdurend versus eenmalig,
aantonende versus aanvoegende wijs, heden versus verleden (onvoltooid)
De verschillen tussen de gevolgen van deze begrippen voor de
vervoeging bespreken we aan de hand van het werkwoord πληρώνω (betalen).
- Het verschil tussen de actieve vormen de passieve vorm wordt weergegeven met de uitgang -ω respectievelijk -ομαι (dit geldt voor bijna alle werkwoorden. In ieder geval eindigt de passieve vorm altijd op -μαι). Het deel van het werkwoord dat gelijk blijft, heet de stam: πληρών-.
tegenwoordige tijd |
||
werkwoord | actief | passief |
πληρώνω | πληρώνω | πληρώνομαι |
betalen | ik betaal | ik word betaald |
Let op. De vormen van de tegenwoordige tijd (πληρώνω en πληρώνομαι) worden zowel voor een herhaalde als voor een eenmalige handeling gebruikt. In de tegenwoordige tijd wordt er dus geen verschil gemaakt tussen de twee aspecten.
- Om in andere tijden en wijzen aan te geven of het om een
herhaalde of durende handeling danwel
om een eenmalige of afgeronde handeling gaat, wordt dit
aspect aangegeven door gebruik te maken van de zogenaamde 1e of 2e
stam van het werkwoord.
De 1e stam is voor actief en
passief gelijk,
en gelijk aan de stam die ook voor de aantonende wijs tegenwoordige
tijd wordt gebruikt.
De 2e stam voor het actief wordt
gevormd door achter de stam van het werkwoord een σ
te plaatsen:
πληρων + σ. In het geval van πληρώνω
versmelt deze met de ν tot
πληρωσ-.
De 2e stam voor het passief wordt gevormd door achter de 2e
stam actief een θ te plaatsen:
πληρώσ + θ. In het geval van
πληρώνω versmelt deze met de
σ tot πληρωθ-.
actief | passief | ||||
werkwoord | 1e stam | 2e stam | werkwoord | 1e stam | 2e stam |
πληρώνω | πληρων- | πληρωσ- | πληρώνομαι | πληρων- | πληρωθ- |
- In de onvoltooid verleden tijd bestaat alleen de aantonende
wijs en wordt dus alleen onderscheid gemaakt in aspect (de voltooid
verleden tijd wordt vormgegeven met een hulpwerkwoord en kan
dus even buiten beschouwing worden gelaten). Wel zijn de uitgangen
voor actief en passief verschillend; en bij passief ook nog de
uitgangen van de 1e stam en van de 2e stam.
De klemtoon in de onvoltooid verleden tijd van het actief en van de
2e stam van het passief ligt altijd op de derde lettergreep van
achter.
onvoltooid verleden tijd |
||||
actief | passief | |||
werkwoord | 1e stam | 2e stam | 1e stam | 2e stam |
πληρώνω | πλήρωνα | πλήρωσα | πληρωνόμουν | πληρώθηκα |
betalen | ik betaalde (voordurend) |
ik betaalde (eenmalig) |
ik werd betaald (voortdurend) |
ik werd betaald (eenmalig) |
De onvoltooid verleden tijd van de 1e stam heet in het Grieks
παρατατικός (paratatikos), de onvoltooid verleden tijd van de 2e
stam heet αόριστος
(aoristus) ").
De παρατατικός en de αόριστος worden aangeduid met de Griekse naam
paratatikos resp. Latijnse naam
aoristus.
Indien de stam van het werkwoord uit slechts één lettergreep bestaat, worden de vervoegde vormenvan de actieve vormen van de onvoltooid verleden tijd die dan nog niet uit drie lettergrepen bestaan, voorafgegaan door een zogenaamd augment ε:
onvoltooid verleden tijd |
||||
actief | passief | |||
werkwoord | 1e stam | 2e stam | 1e stam | 2e stam |
δένω | έδενα | έδεσα | δενόμουν | δέθηκα |
binden | ik bond (voordurend) |
ik bond (eenmalig) |
ik werd gebonden (voortdurend) |
ik werd gebonden (eenmalig) |
- De aantonende wijs wordt over het algemeen aangeduid met de
Latijnse naam: indicativus. ')
De aantonende wijs omvat vormen voor de onvoltooide en
voltooide tijden, voor
verleden-, tegenwoordige en toekomende tijd, en voor eenmalige en
herhaalde handeling.
- De aanvoegende wijs heeft alleen een aparte vorm voor de 2e
stam. Indien er reden is om de aanvoegende wijs van de 1e stam te gebruiken, dan wordt de aantonende
wijs gebruikt. De aanvoegende wijs wordt niet
onderscheiden naar tijd. Het accent van de aanvoegende wijs van de
2e stam passief (1e persoon enkelvoud) ligt op de laatste
lettergreep. De aanvoegende wijs wordt meestal aangeduid met de
Latijnse naam:
coniunctivus. We duiden de
coniunctivus van de eerste stam aan met
coniunctivus 1 '), en die van de
tweede stam met coniunctivus 2.
aanvoegende wijs |
||||
actief | passief | |||
werkwoord | 1e stam | 2e stam | 1e stam | 2e stam |
πληρώνω | πληρώνω | πληρώσω | πληρώνομαι | πληρωθώ |
betalen | ik betaal (voordurend) |
ik betaal (eenmalig) |
ik word betaald (voortdurend) |
ik word betaald (eenmalig) |
omdat het Nederlands geen echte aanvoegende wijs kent, is er geen onderscheidende vertaling van de Griekse vormen te geven. |
- Samenvatting van de 'belangrijkste' stamtijden.
Alle relevante vormen van een werkwoord tezamen heten de 'stamtijden'.
actief | passief | ||||
1e stam | 2e stam | 1e stam | 2e stam | ||
aantonende wijs | tegenwoordige tijd | πληρώνω | πληρώνομαι | ||
aantonende wijs | onvoltooid verleden tijd | πλήρωνα | πλήρωσα | πληρωνόμουν | πληρώθηκα |
aanvoegende wijs | πληρώνω | πληρώσω | πληρώνομαι | πληρωθώ |
') De vormen van de aantonende wijs (indicativus) en de aanvoegende wijs 1 (coniunctivus van de 1e stam) zijn gelijk. Dit geeft nog wel eens een schijnbare tegenstrijdigheid als een van die termen in een regel verschijnt (bijvoorbeeld: 'als ... wordt er alijd een coniuntivus gebruikt'). In een andere context wordt de werkwoordsvorm dan als indicativus benoemd. Maar, zoals gezegd, dat is dan een schijnbare tegenstrijdigheid omdat de vormen toch gelijk zijn.
Een fraai voorbeeld hiervan is de regel dat θα gevolgd wordt door de coniunctivus.
") Een bespreking van het aspect ofwel het verschil tussen de eerste en tweede stam (en
dus ook van het verschil tussen de paratatikos en de aoristos) is nauwelijks tot niveau * te rekenen. Voor de
vollledige bespreking van de werkwoordsvormen kan men er echter niet omheen. De volledige bespreking bevindt zich op
niveau ** in de Syntaxis.