Passivum, paratatikos, imperfectum, archaïsche uitgangen
Bij diverse werkwoorden worden in de paratatikos passief archaïsche uitgangen gebruikt.
Dit gebeurt vooral in archaische en staande uitdrukkingen en in officiële en literaire teksten.
Dit doet zich vooral bij werkwoorden van de tweede vervoeging.
Slechts enkele werkwoorden van de 1e vervoeging vertonen dit verschijnsel.
Meestal gaat het om de 3e persoon enkel- en meervoud.
Deze zijn herkenbaar aan de uitgang -το.
Daarom zullen we ons tot deze vormen beperken.
De vervoegingen die in woordenlijstnieuwgieks zijn opgenomen, zijn in principe volledig wat betreft de archaïsche en staande uitdrukkingen.
Lexigram geeft alle vormen, ook die welke in officiële en literaire teksten worden gebruikt.
1e vervoeging
paratatikos passief 3e persoon | |||||
enkelvoud | meervoud | ||||
αναθέτω | opdragen | ανατίθετο | ανετίθετο | ανατίθεντο | ανετίθεντο |
2e vervoeging, groep 2A1
paratatikos passief 3e persoon | |||||
enkelvoud | meervoud | ||||
εκτιμώ | op prijs stellen | εκτιμάτο | εξετιμάτο | εκτιμώντο | εξετιμώντο |
2e vervoeging, groep 2A1/B
paratatikos passief 3e persoon | |||||
enkelvoud | meervoud | ||||
συνειδητοποιώ | beseffen | συνειδητοποιείτο | εσυνειδητοποιείτο | συνειδητοποιούντο | εσυνειδητοποιούντο |
2e vervoeging, groep 2A2
paratatikos passief 3e persoon | |||||
enkelvoud | meervoud | ||||
συναρτώ | in verband brengen | συναρτάτο | συνηρτάτο | συναρτώντο | συνηρτώντο |
αιτιολογώ | beredeneren | αιτιολογείτο | ητιολογείτο | αιτιολογούντο | ητιολογούντο |
2e vervoeging, groep 2B
paratatikos passief 3e persoon | |||||
enkelvoud | meervoud | ||||
αγνοώ | negeren | αγνοείτο | ηγνοείτο | αγνοούντο | ηγνοούντο |
ομιλώ | spreken | ομιλείτο | ωμιλείτο | ομιλούντο | ωμιλούντο |
2e vervoeging, onregelmatige werkwoorden
paratatikos passief 3e persoon | |||||
enkelvoud | meervoud | ||||
υφίσταμαι | ten grondslag liggen | υφίστατο | υφίσταντο | ||
καθιστώ | maken | καθίστατο | καθίσταντο |
Groep onregelmatige werkwoorden
paratatikos passief 3e persoon | |||||
enkelvoud | meervoud | ||||
υπόκειμαι | ten grondslag liggen | υπόκειτο | υπέκειτο | υπόκειντο | υπέκειντο |
Merk op dat ook hier sprake is van een (inwendig) augment; eventueel met een η of ω(!).
De uitgangen van de nog minder voorkomende 1e en 2e persoon enkel- en meervoud zijn repectievelijk: -μην, -σο, -μεθα en -σθε.
Voor het wrekwoord τελω (voltrekken) wordt dat: ετελούμην, ετελείσο, τελείτο/ετελείτο, ετελούμεθα, ετελείσθε, τελούντο/ετελούντο.