Vragende voornaamwoord
η ερωματική αντωνυμία
Vragende voornaamwoorden leiden een vraag in.
De Nederlandse
vragende voornaamwoorden zijn:
wie, wat, welke, wat voor (een).
De Griekse vragende voornaamwoorden zijn:
ποιος, πόσος, τι.
ποιοι έρχονται; | wie komen er? |
πόσα σου χρωστώ; | hoeveel ben ik je schuldig? |
τι θα κάνουμε; | wat zullen we doen? |
τίνος είναι το βιβλίο; | van wie is het boek? |
Het vragend voornaamwoord ποιος wordt verbogen volgens άγριος; πόσος wordt verbogen volgens καλός; τι wordt niet verbogen.
In plaats van de genitivus enkel- en meervoud (ποιου, ποιας, ποιων) komt men ook tegen: ποιανού, ποιανής, ποιανών. Deze varianten worden vaak gebruikt als ποιος zelfstandig gebruikt wordt (met de betekenis 'wie') en soms als ποιος bijvoeglijk gebruikt wordt (met de betekenis 'welke'):
ποιανού είναι αυτό το βιβλίο; | van wie is dat boek? |
ποιανού συγγραφέα είναι αυτό το βιβλίο; | van welke schrijver is dat boek? |
De accusativus mannelijk ποιο(ν) krijgt verplicht een slot-ν als deze vorm zelfstandig gebruikt wordt:
με ποιον μιλούσες; | met wie was je aan het praten? |
Als de vorm bijvoeglijk gebruikt wordt, is de slot-ν niet verplicht, al wordt hij doorgaans wel geschreven en uitgesproken, zeker wanneer het zelfstandig naamwoord dat erop volgt met een klinker begint:
ποιον άνθρωπο είδες; | welke man heb je gezien? |
In de versteende uitdrukking: περί τίνος πρόκειται; (waar gaat het over?) komt men een genitivusvorm van τι tegen. In zwaar verouderd of zwaar ironisch taalgebruik kan men het oude vraagwoord τις (wie) en τίνος (van wie) aantreffen:
τις φταίει; | wiens schuld is het? |
τίνος το όνομα έχει; | wiens naam draagt hij? |
Nb. Zowel het Nederlands als het Grieks kent ook nog diverse
bijwoorden die een vraag inleiden:
- hoe, waar, wanneer, waarom, waarbij enz.
- πώς, πού, γιατί κλπ.
Nb. Vragende voornaamwoorden worden ook gebruikt om een afhankelijke vraag in te leiden.
Nb. Vragende voornaamwoorden worden ook gebruikt om een betrekkelijke bijzin in te leiden.