Zinsleer, naamvallen, accusativus
η αιτιατική
De accusativus wordt gebruikt voor:
- het lijdend voorwerp
ο ξένος βλέπει τον πατέρα. έχω δυο αδερφούς. |
de buitenlander ziet de vader. ik heb twee broers. |
- een tijdsaanduiding ')
το Δεκέμβριο το χειμώνα τον άλλο μήνα |
in december 's winters, in de winter volgende maand |
- na voorzetsels
είμαι από τον 'Αγιο Νικόλαο. είναι στον δρόμο. πηγαίνω σ'έναν Έλληνα γιατρό. |
ik kom uit Ayos Nikolaos. hij is op straat. ik ga naar een Griekse dokter. |
Na de meeste voorzetsels volgt een accusativus. Na sommige voorzetsels volgt de genitivus.
- na het bijvoeglijk naamwoord γεμάτος
ένας κύπος γεμάτος ναρκίσσους | een tuin vol narcissen |
Nb. Het Grieks kent enkele werkwoorden die vergezeld gaan van twee objecten in de accusativus: ρωτάω (iemand iets vragen), προμηθεύω (iemand voorzien van).
τι τον ρωτήσατε; | wat hebben jullie hem gevraagd? |
') maar niet in een tijdsaanduiding als: de vorige les ... dat wordt dan: στο προηγούμενο μάθημα