Zinsleer, naamvallen, nominativus
η ονομαστική
De nominativus wordt gebruikt voor:
- het onderwerp
- het naamwoordelijk deel van het gezegde
- de naam van een boek of plaats waarnaar verwezen wordt.
onderwerp | το κορίτσι διαβάζει. | het meisje leest. |
naamwoordelijk deel van het gezegde |
ο πατέρας είναι γιατρός. ο Κώστας είναι μεγάλος. είσαι Ολλανδός; |
de vader is arts. Kostas is groot. ben jij (een) Nederlander? |
naam of titel | ο διευθυντής του ξενοδοχείο Η Ωραία Ελένη | de directeur van het hotel De Mooie Helena |
Het naamwoordelijk deel van het gezegde correspondeert over het algemeen in getal, naamval en geslacht met het onderwerp.
Nb.
οι εργάτες ξανάρχισαν από μόνοι τους τη δουλειά. | de arbeiders gingen uit zichzelf weer aan het werk (lett: begonnen het werk weer). |