▼**

▼**

Woordvolgorde

Het voegwoord να

Tussen het voegwoord να en het werkwoord kan alleen een ontkenning en/of één of twee zwakke persoonlijke voornaamwoord(en) staan.

Dit heeft een neveneffect voor de woordvolgorde wanneer het onderwerp in de bijzin de nadruk heeft.

 

είναι χρήσιμο οι γονείς να ελέγχουν το κινητό ...	het is nuttig dat de ouders het mobieltje uitkiezen ...
υπάρχει το ενδεχόμενο η κακοποίηση να υπάρχει κα να μην αναγνωρίζεται.	de mogelijkheid bestaat dat het misbruik voorkomt en niet wordt herkend.
δεν μπορεί κανείς να το ξεχάσει.	men kan het maar niet vergeten.

Indien zowel het meewerkend voorwerp als het lijdend voorwerp een zwak persoonlijk voornaamwoord is, komt het meewerkend voorwerp vóór het lijdend voorwerp.

In consecutieve bijzinnen (bijzinnen van gevolg) kunnen tussen ώστε en να andere zinsdelen staan.

 

Persoonlijk voornaamwoord met nadruk

Als in een zin een persoonlijk voornaamwoord de nadruk heeft, bijvoorbeeld als onderwerp of lijdend voorwerp, staat dat aan het begin van de hoofd- of bijzin. Het persoonlijk voornaamwoord gaat dan vergezeld van de zwakke vorm van datzelfde persoonlijke voornaamwoord in de genitivus.
Als er bovendien gebruik wordt gemaakt van να of θα, δε(ν) of μη(ν) dan heeft dat consequenties die zich (voor de 1e persoon enkelvoud) als volgt laten samenvatten:
- εμένα + (δε(ν)) + (θα) + μου
- εμένα + (να) + μη(ν)) + μου
Let op de voorplaatsing van εμένα in het tweede voorbeeld ten gevolge van de hierboven besproken regel.

της Μαρίας δεν της αρέσει το συκώτι.

Werk in uitvoering

Nog uit te werken:
- volgorde in combinatie met tegenwoordig deelwoord