Telwoorden, vervolg
Hoofdtelwoorden boven de 20 worden los van elkaar geschreven: dus δεκαεφτά (17), maar είκοσι εφτά (27), εκατόν είκοσι εφτά (127), χίλια εκατόν είκοσι εφτά (1127).
Voor het hoofdtelwoord 2 bestaan twee vormen: δύο (dit woord heeft twee lettergrepen) en δυο (een woord met één lettergreep dat met synizese wordt uitgesproken). De eerste vorm is wat nadrukkelijker dan de tweede.
Voor de hoofdtelwoorden 7, 8 en 9 ( en alle combinaties daarmee) bestaan er twee vormen: εφτά en επτά, οχτώ en οκτώ, εννιά en εννέα. De eerste vorm is gebruikelijker, de tweede vorm formeler.
De vormen εκατό en εκατόν (100) worden door elkaar gebruikt.
De cijfers die we heden ten dage gebruiken, stammen van de
Arabieren en zijn pas in de vroeg-moderne tijd ingeburgerd. Daarvoor
gebruikte men in West-Europa de Latijnse cijfers (I, II, III, etc.)
en Byzantium de letters van het Griekse alfabet om een waarde uit te
drukken. Omdat de 24 letters van het Griekse alfabet niet volstaan
om alle getallen van het decimale systeem symbolisch weer te geven,
maakt men gebruik van drie extra lettertekens: de zogenaamde
stigma (ς) voor het getal 6, de koppa (ϟ) voor het getal 90 en de
sampi (ϡ) voor het getal 900. Omdat de oude Grieken het getal 0 niet
kenden (dat is een uitvinding van de Arabieren), bestaat er in hun
notatiesysteem geen daarmee corresponderende
letter.
De στίγμα neemt de plaats in van de
oorspronkelijke zesde leter van het Griekse alfabet: de digamma
(δίγαμμα), ook wel wau genoemd. De digamma,
die in uitspraak op de Nieuwgriekse βήτα
lijkt, is in de meeste Oudgriekse dialecten in een
vroeg stadium verdwenen.
De σαμπί staat voor een sissende, scherpe sigma-klank,
die al in een archaïsch stadium van het Oudgrieks was verdwenen.
Om aan te geven dat de letter opgevat moet worden als een cijfer,
plaatst men een accentteken (in superschrift) na het cijfer voor
alle getallen onder de 1000.
Voor getallen die hoger zijn dan 1000, plaatst men voor het eerste
cijfer een accentteken in subscript (de letteraanduiding voor
duizendtallen is identiek aan de aanduiding van de overeenkomstige
cijfers onder de duizend. Dus: α' (1),
ια' (11), ρια' (111),
αρια' (1111) .De
letter-cijfer-aanduiding wordt zowel voor het hoofdtelwoord, als
voor het rangtelwoord gebruikt: στη σελίδα γ'
(op pagina 3), στον γ' όροφο(op de derde
verdieping).
Verbuiging en gebruik van hoofdtelwoorden
Het getal 0 wordt alleen naar naamval verbogen, niet naar
geslacht of getal.
Zelfstandig gebruikt betekent το μηδεν: het
niets.
ξεκίνησε από το μηδέν. | hij is met niets begonnen. |
στα μαθηματικά πήρα μηδέν. | ik had een nul voor wiskunde. |
Voor de laatste betekenis wordt ook wel het zelfstandig gebruikte rangtelwoord van μηδεν benut: το μηδενικό.
στη βαθμολογία του είχε δύο μηδένικα. | op zijn cijferlijst had hij twee nullen. |
Bij de op het getal 1 gebaseerde hoofdtelwoorden treffen we dezelfde verbuiging aan als bij het getal 1 zelf.
είκοσι ένας άνδρες | eenentwintig mannen |
τρίαντα μία γυναίκες | eenendertig vrouwen |
εκατόν ένα δαλματικά σκυλιά | honderd-en-één dalmatiërs |
τα σπίτια διακοσίων ενός κατοίκων | de huizen van tweehonderd één bewoners |
χίλιες και μία νύχτες | duizend-en-één-nacht |
Bij de op de getallen 3 en 4 gebaseerde hoofdtelwoorden treffen we dezelfde verbuiging aan als bij het getal 3 respectievelijk 4 zelf.
δεκατρείς άνδρες | dertien mannen |
δεκατρία παπούτσια | dertien schoenen |
είκοσι τρεις άνδρες | drieëntwintig mannen |
είκοσι τρία παπούτσια | drieëntwintig schoenen |
εκατόν τρεις άνδρες | honderdendrie mannen |
εκατόν τρία παπούτσια | honderdendrie schoenen |
Alle honderdtallen (behalve 100 zelf) en het getal 1000 worden verbogen volgens het paradigma άγριος, maar met accentverschuiving in de genitivus.
διακόσιοι άνθρωποι | tweehonderd mensen |
χίλιοι άνθρωποι | duizend mensen |
των διακοσίων ανδρών | van de 200 mannen |
των τριακοσίων ανδρών | van de 300 mannen |
των χιλίων ανδρών | van de 1000 mannen |
Alleen in de spreektaal bestaat er voor de
nominativus en de accusativus van alle hondertallen (-κόσιοι)
een nevenvorm op -κόσοι, -κόσες, -κόσα:
διακόσα ευρώ (200 euro).
In de spreektaal treft men voor het getal 300 ook de vormen
τρα-κόσιοι, τρα-κόσιες, τρα-κόσια
en τρακόσοι, τρακόσες, τρακόσια aan:
τρακόσες δραχμές (300 drachme).
Voor de duizendtallen (behalve het getal 1000 zelf) en de miljoenen (alsmede de daarvan afgeleide hoofdtelwoorden voor een miljard en een biljoen, ένα δισεκατομμύριο en ένα τρισεκατομμύριο) geldt dat zij zich niet in geslacht en getal, maar wel in naamval voegen naar het woord waar zij bij horen. Dat komt doordat de duizendtallen en de miljoenen in feite zelfstandige naamwoorden zijn: in het Grieks zegt men niet 'vijfduizend' studentes (πέντε χιλιάδες φοιτήτριες), maar 'vijf duizendtallen' studentes. Aangezien het telwoord χιλιάδες vrouwelijk is, komen verbuigbare hoofdtelwoorden in de vrouwelijke vorm te staan.
τρεις χιλιάδες παιδιά | drieduizend kinderen |
διακόσιες χιλιάδες παιδιά | tweehonderdduizend kinderen |
De duizendtallen worden als volgt verbogen: χιλιάδες χιλιάδων χιλιάδες. Dus
δυο χιλιάδες άνθρωποι λιμοκτονούν | twee duizend mensen sterven van de honger. |
έσωσε τρεις χιλιάδες ανθρώπους. | hij redde 3000 mensen. |
έσωσε τρεις χιλιάδες γυναίκες. | hij redde 3000 vrouwen. |
έσωσε τρεις χιλιάδες παιδιά. | hij redde 3000 kinderen. |
αυτός ήταν η ελπίδα χιλιάδων Ολλανδών. | hij was de hoop van duizenden Nederlanders. |
Nb. tienduizenden: δεκάδες χιλιάδες
De miljoenen (alsmede de daarvan afgeleide miljarden en biljoenen, ένα δισεκατομμύριο en ένα τρισεκατομμύριο) worden als volgt verbogen:(ένα) εκατομμύριο, (ενός) εκατομμυρίου, (ένα) εκατομμύριο, εκατομμύρια, εκατομμυρίων, εκατομμύριο.
ένα εκατομμύριο προσφύγες εγκατέλειψαν το σπίτι τους. | een miljoen vluchtelingen verlieten hun huis. |
δύο εκατομμύρια προσφύγες εγκατέλειψαν το σπίτι τους. | twee miljoen vluchtelingen verlieten hun huis. |
βομβαρδίστηκαν τα σπίτα ενός εκατομμυρίου ανθρώπων. | de huizen van miljoenen mensen zijn gebombardeerd. |
Verbuiging van rangtelwoorden
Alee rangtelwoorden worden verbogen volgens het paradigma καλός.
είναι η εκατοστή φορά που σου τηλεφωνώ. | het is de honderdste keer dat ik je bel. |
ο τρίτος φοιτητής ήταν καλύτερος από τους υπόλοιπους. | de derde student was beter dan de rest. |
γέννησε το τέταρτό της παιδί. | ze baarde haar vierde kind. |
Soms treft men een accentverschuiving aan bij de rangtelwoorden.
η τετάρτη τάξη | de vierde klas |
του δεκάτου ογδόου αιώνα | van de achttiende eeuw |
έντεκα ενάτου | de elfde van de negende 11 september |
In het geval van de tweede klas van de lagere school treft men niet alleen accentverschuiving aan, maar ook een verouderde vorm voor het vrouwelijk geslacht: η δευτέρα τάξη (in plaats van η δεύτερη τάξη).
Onbepaalde telwoorden.
Behalve de officiële onbepaalde telwoorden heeft het Grieks nog enkele andere contructies om aan te geven dat men het precieze aantal niet weet:
δυο-τρία παιδιά | een paar kinderen |
πέντ' έξι άνθρωποι | enkele mensen |
καμιά δεκαριά φοιτητές | een tiental studenten |
καμιά εκατοστή διαδηλώτες | zo'n honderd demonstranten |
Samenstellingen met telwoorden.
Zelfstandig naamwoorden:
η δεκάδα | het tiental |
ο πενηντάρης, 50άρης | de 50-jarige |
το δυάρι | de driekamerflat |
Bijvoeglijke naamwoorden:
δεκάχρονος | tienjarig |
πεντακοσίων ετών | 500-jarig |
Veelvouden - πολλαπλάσια.
Het Grieks onderscheidt de veelvouden als afzonderlinge groep. Daaronder vallen dan zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en bjwoorden die alle gekenmerkt worden door het achtervoegsel -πλασιος: τα πολλαπλασιαστικά αριθμητικά.
το πολλαπλάσιο | het veelvoud |
πολλαπλασιαστικός | veelvoudig |
τετραπλάσια | viervoudig |