Syntaxis, lidwoord, vervolg
Het bepaald lidwoord wordt niet gebruikt
Bij zelfstandige naamwoorden die met het werkwoord
έχω een vaste verbinding vormen (vaak
gevolgd door een aanvullingszin met να):
έχω σκόπο να μείνω. | ik ben van plan te blijven. |
έχεις δικαίωμα να πάρεις και τα δύο. | je hebt het recht om ze allebei te nemen. |
έχουν υποχρέωση να τον βοηθήσουν. | ze hebben de verplichting hem te helpen. |
δεν έχω διάθεση. | ik heb geen zin. |
έχουμε άδεια. | we hebben verlof. |
maar:
έχεις το δικαίωμα. | je hebt het volste recht. |
έχουν την υποχρέωση. | zij zijn het verplicht (lett.: ze hebben de verplichting. |
Het onbepaald lidwoord
Het onbepaald lidwoord wordt niet gebruikt:
1. | bij het naamwoordelijk gezegde als het in het Nederlands onbepaald is: | ||||||||||||
|
|||||||||||||
Het onbepaald lidwoord is wel vereist als het naamwoordelijk deel van het gezegde nader bepaald wordt door een betrekkelijke bijzin of door een betrekkelijk lange bijvoegelijke bepaling. | |||||||||||||
|
|||||||||||||
2. | bij het lijdend voorwerp als dat niet nader bepaald wordt door een bijvoeglijke bepaling of bijzin '): | ||||||||||||
|
|||||||||||||
3. | in vaste uitdrukkingen die een negatie bevatten: | ||||||||||||
|
|||||||||||||
4. | in diverse gevallen waarin het Nederlands twee zelfstandige naamwooorden samenvoegt met behulp van een tussen-s (zie ook woordvorming): | ||||||||||||
|
|||||||||||||
4. | bij een aantal uitdrukkingen in het gesproken Grieks: | ||||||||||||
|
Conclusies
Zowel in het Nederlands als in het Grieks wordt een zelfstandig naamwoord voorafgegaan door een bepaald lidwoord, een onbepaald lidwoord of geen lidwoord.
In grote lijnen komt de keuze voor één van de drie mogelijkheden overeen. Voor de gevallen waarin deze niet overeen komen, zijn in het voorgaande regels geformuleerd om
afwijkingen in groepen onder te verdelen. Op deze regels zijn, zoals gebruikelijk, vele uitzonderingen en bovendien dekken de regels niet alle mogelijke afwijkingen.
Over het geheel genomen, verloopt het gebruik in beide talen langs een glijdende schaal van bepaald, via onbepaald, naar zeer onbepaald, waarbij algemene uitspraken meestal
als onbepaald worden gezien.
Dit verklaart ten dele dat wanneer het zelfstandig naamwoord voorzien is van een betrekkelijke bijzin of een (uitgebreide) bijvoeglijke bepaling het gebruik specifieker wordt,
en er meer de neiging bestaat om in plaats van het weglaten van het lidwoord een onbepaald lidwoord te gebruiken, of in plaats van het onbepaalde lidwoord een bepaald lidwoord te gebruiken.
Deze verklaring is zeker niet sluitend; er zijn diverse voorbeelden te vinden waarin het Grieks en het Nederlands niet overeenstemmen in het lidwoordgebruik,
terwijl dat op basis van de algemene of specifieke geldigheid van een uitspraak niet te verwachten was.
') In het Grieks is deze situatie blijkbaar al zo onbepaald dat zelfs het onbepaalde lidwoord achterwege blijft.
Zodra een nadere specificatie van het zelfstandige naamwoord wordt gegeven, zal het onbepaalde lidwoord of zelfs het bepaalde lidwoord worden gebruikt:
χτίζουμε ένα σπίτι που έχει αρκετά δωμάτια για όλα τα μέλη της οικογένειάς μας.
χτίζουμε ακριβώς το σπίτο που θέλαμε να έχουμε ήδη όλη την ζωή μας.