Overzicht vergelijkingen op basis van betekenis
Een vergelijking is volgens Van Dale een opsomming van punten van
overeenkomst of verschil tussen twee personen of zaken, danwel een
stijlfiguur waarbij men een zaak of eigenschap daarvan nader bepaalt
door haar overeenkomst met een andere.
We concluderen hieruit dat het bij een vergelijking steeds gaat:
- om één of twee objecten (personen of
zaken), en
- een één of twee attributen (eigenschappen), en
- de waarden van die attributen, en
- de vaststelling dat deze waarden ongelijk zijn, gelijk zijn of in
gelijke mate veranderen.
Bijvoorbeeld
objecten | attributen | waarden | gelijkheid | |
ze is even lang als Georgina | 2: ze, Georgina | 1: lengte | 1: van haar, resp van G. | gelijk |
Maria is 2 jaar ouder dan ik | 2: Maria, ik | 1: leeftijd | 2: van Maria, resp van mij | ongelijk |
hij rent als een haas | 2: hij, haas | 1: snelheid | 1: van hem, resp van de haas | gelijk |
hij loopt alsof hij dronken is | 1: hij | 2: lopen bij nuchterheid, resp dronkenschap | 1: wijze van lopen | gelijk |
hij was oprechter dan ze dachten | 1: hij | 1: oprechtheid | 2: werkelijke resp vermoede oprechtheid | ongelijk |
des te vroeger je begint des te beter | 1: jij | 2: tijdstip van beginnen, resp. gesteldheid | 2: het tijdstip, resp de toestand | in gelijke mate veranderend |
naarmate hij ouder wordt, wordt hij chagrijniger | ||||
naarmate de jaren verstrijken, wordt hij chagrijniger | 2: hij, de tijd | 2: humeur, resp jaar | 2: chagrijn, tijdstip | in gelijke mate veranderend |
het huis is breder dan hoog | 1: huis | 2: breedte, hoogte | 2: feitelijke breedte, resp hoogte | ongelijk |
Een vergelijking kan vele vormen aannemen:
- van heel eenvoudig: bloedrood, tot
- zo complex als de homerische vergelijking: zoals een havik een
duif aanvalt -deze probeert te vluchten, maar de havik houdt vol- zo
rende Achilles toen ook naar voren.
Deze uitersten laten we hier buiten beschouwing.
Merk op dat ook een eenvoudige vergelijking opgevat kan worden als
een verkorting van een zin met bijzin:
- Maria is 2 jaar ouder dan ik - Maria is 2 jaar ouder dan ik ben
- hij rent als een haas - hij rent zo hard als een haas rent
- het huis is breder dan hoog - het huis breder dan dat het hoog is
We zullen ons beperken tot:
1- vergelijkingen waarbij het verschil aangeduid wordt door de
vergrotende trap van het bijvoeglijk naamwoord (dan),
2- vergelijkingen waarbij een eigenschap in gelijke mate verandert
(naarmate, des te, hoe)
3- vergelijkingen waarbij een overeenkomst wordt gegeven (zoals,
alsof).
Vergelijkingen waarbij het verschil wordt aangeduid door de
vergrotende trap van het bijvoeglijk naamwoord kunnen twee vormen
aannemen:
1a- de objecten zijn verschillend maar de eigenschap is gelijk: Jan
is ouder dan ik (Jan en ik zijn de objecten; de leeftijd is de
eigenschap),
1b- het object zijn verschillend en de eigenschappen ook: Jan fietst
sneller dan ik ren.
Vergelijkingen waarbij een overeenkomst wordt gegeven kunnen ook twee vormen
aannemen:
3a- de objecten zijn verschillend maar de eigenschap is gelijk: hij
is net zo lang als zijn vader (hij en zijn vader zijn de objecten; de lengte is de
eigenschap),
3b- het object is gelijk maar de eigenschappen verschillen: ze keek
me aan alsof ze me niet geloofde (zij is het object, de eigenschappen zijn
de manier van kijken en de mate van geloven).
1a Vergelijkingen waarbij de objecten verschillend zijn, de eigenschap per object gelijk, maar in waarde verschillend.
Over het algemeen worden worden deze vergelijkingen weergegeven
door middel van een verkorte bijzin:
- Jan is ouder dan ik - Jan is ouder dan ik ben
- Maria is twee jaar ouder dan ik - Maria is twee jaar ouder dan ik
ben
- Giorgos is oplettender/preciezer dan Petros - Giorgos is
oplettender dan Petros is
- mijn vrouw verdient meer dan ik - mijn vrouw verdient meer dan ik
verdien
- jullie huis is mooier dan het onze - jullie huis is mooier
dan het onze is
- zij hield meer van Giannis dan van Andonis - zij hield meer van
Giannis dan dat/hoeveel zij van Andonis hield
- het was minder warm dan in Europa - het was minder warm dan
(hoe warm) het in Europa was
- we hebben het leuker gehad dan verwacht - we hebben het
leuker gehad dan wat we hadden verwacht
Als we de verkorte bijzin uitschrijven, blijken er drie situaties
te zijn die tot verschillen in het Grieks leiden
(het lastige is dat in het Nederlands deze verschillen langzamerhand
vervagen/vervaagd zijn cq niet altijd gemaakt worden):
- dan dat
- Jan is ouder dan ik Jan is ouder dan ik ben
- dan wat
- mijn vrouw verdient meer dan ik - mijn vrouw verdient meer dan
wat ik
verdien, of
- hij is oprechter dan ze dachten - hij is oprechter dan wat
ze dachten
- we hebben het leuker gehad dan verwacht - we hebben het
leuker gehad dan wat we verwachten
- dan alwat
- mijn vrouw verdient meer dan ik - mijn vrouw verdient meer dan
wat ik
verdien, of
- mijn vrouw verdient meer dan ik - mijn vrouw verdient meer dan
wat ik
verdien, of
- mijn vrouw verdient meer dan ik - mijn vrouw verdient meer dan
alwat ik verdien
1b Vergelijkingen waarbij het object gelijk is, maar de eigenschappen verschillen.
- naarmate hij ouder wordt, wordt hij somberder
- hij is eerder naïef dan dom hij is eerder naïef dan dat hij dom
is
- beter laat dan nooit
- het is beter de waarheid te zeggen dan leugens te vertellen
2a vergelijkingen waarbij de objecten verschillend zijn, de eigenschap per object gelijk, en in waarde gelijk.
- hij is (net) (zo) lang als zijn vader hij is net zo
lang als zijn vader is
- hij is lang (zo)als zijn vader hij is net zo lang als zijn
vader is
- ze is even lang als Giorgia ze is net zo lang als Giorgina is
- hij is niet iemand zoals wij hij is niet iemand
zoals wij zijn
2b vergelijkingen waarbij het object gelijk is, maar de eigenschappen verschillen.
- ze keek me aan alsof ze me niet geloofde (de manier van kijken,
de mate van geloven)
- ze loopt alsof ze dronken is (de manier van lopen, de mate van
dronkenschap)
- ik herinner me als de dag van gisteren ik herinner me alsof het
gisteren was
- Nikos doet zich voor als redder Nikos gedraagt zich alsof
hij een redder is
- Kostas gedraagt zich als een volwassene Kostas gedraagt zich
alsof hij een volwassene is
- ik houd van hem als van mijn broer ik houd van hem alsof
hij mijn broer was/ ik houd van hem zoals ik van mijn broer houd
- hij rent als een haas hij rent alsof hij een haas was
- haar verstand draait als een molen/ ze denkt razendsnel haar
verstand draait zo snel alsof zij een molen was
- hij werkt als boekhouder in een bedrijf
2c vergelijkingen waarbij van een object wordt gezegd dat het een
bepaalde eigenschap bovenmatig bezit.
- Maria spreekt het best(e) Engels (van allen).
Werk in uitvoering Misschien is zoals καθώς/όπως een aparte categorie?