Augment
Het accent van de vormen van de verleden tijd (paratatikos en
aoristos) moet bij de vervoeging van bijna alle
werkwoorden op de derde lettergreep van achteren staan.
Wanneer de stam van het werkwoord uit één lettergreep
bestaat, is dat in de drie personen van het enkelvoud en in de derde
persoon meervoud niet zonder meer mogelijk. Om het accent toch op de
derde lettergreep van achteren te kunnen plaatsen wordt een
-ε-, het zogenaamde augment, voor de stam van het werkwoord
geplaatst.
Over het algemeen zal dit voorkomen bij werkwoorden van de 1e
vervoeging. Immers om de stam van bijvoorbeeld de aoristos te maken
wordt er een lettergreep toegevoegd.
Toch zijn er ook werkwoorden van de 2e vervoeging waarbij een
augment nodig is (ondanks dat de 2e stam actief wordt gevormd door
toevoeging van -ησ-); in het bijzonder een inwendig augment: ανακτώ -
heroveren, ανέκτησα - ik heb heroverd.
Bijvoorbeeld:
paratatikos | έπλεκα | ik was aan het breien |
πλέκαμε | wij waren aan het breien | |
aoristus | έπλεξα | ik heb gebreid |
πλέξαμε | wij hebben gebreid | |
paratatikos | έσκαγα | ik barstte |
σκάγαμε | wij barstten | |
aoristus | έσκασα | ik ben gebarsten |
σκάσαμε | wij zijn gebarsten |
Als werkwoorden samengesteld zijn uit een voorzetsel en een werkwoord waarvan de stam uit slechts één lettergreep bestaat, wordt het augment vaak tussen het voorzetsel en dat werkwoord geplaatst. In dat geval spreekt men van een inwendig augment (In het Nederlands laat dit verschijnsel zich vergelijken met de toevoeging van -ge- bij de vorming van het voltooid deelwoord bij scheidbare werkwoorden: toevoegen, toegevoegd).
Bijvoorbeeld:
προβλέπω - voorzien, προέβλεψα - ik voorzag
Bij sommige werkwoorden heeft dat gevolgen voor de laatste letter van het voorvoegsel.
Ook bij het voltooid deelwoord passief kan het voorkomen dat
er een augment
wordt toegevoegd.
Bijvoorbeeld:
σταυρώνω - kruisigen, εσταυρωμένος - gekruisigd
Dit kan dan ook nog een vorm aannemen die
reduplicatie
wordt genoemd.
Bijvoorbeeld:
πείθω - overtuigen, πεπεισμένος - overtuigd
In zeldzame gevallen kan als augment niet alleen een -ε-,
maar ook -η- of -ει- voorkomen.
Het bekendst en veelgebruikt is: ήξερα - ik wist, ήθελα -
ik wilde.
Zowel reduplicatie als de augmenten -η- en -ει- zijn
overblijfselen van het Oudgrieks.
ενώνω - verenigen, ηνωμένος - verenigd
Werk in uitvoering
Soms wordt in situaties waarin geen augment nodig is, toch
een augment gebruikt. Dit komt vooral voor in meer literaire,
formele of oudere teksten.
Bijvoorbeeld:
....
Een klein aantal woorden beginnend met -α- of -ε- kunnen in de verleden tijd een -η- als augment krijgen. Ook voor dit augment geldt, dat het alleen gehandhaafd wordt als het beklemtoond is:
ελπίζω | hopen | altijd: | |||
parat: | ήλπιζα έλπιζα |
ik hoopte | ελπίζαμε | wij hoopten | |
aor: | ήλπισα έλπισα |
ik heb gehoopt | ελπίσαμε | wij hebben gehoopt | |
ελέγχω | controleren | ||||
parat: | ήλεγχα έλεγχα |
ik controleerde | ελέγχαμε | wij controleerden | |
aor: | ήλεγξα έλεγξα |
wij controleerden | ελέγξαμε | wij hebben gecontroleerd | |
έρχομαι | komen | ||||
parat: | ερχόμουν | ik kwam | ερχόμαστε | wij kwamen | |
aor: | ήρθα | ik kwam | ήρθαμε | wij kwamen | |
παραγγέλλω ') | bestellen | ||||
parat: | παράγγελνα | ik bestelde | παραγγέλναμε | wij bestelden | |
aor: | παρήγγειλα παρέγγειλα |
ik heb besteld | παραγγείλαμε | wij hebben besteld | |
εξάπτω ') | prikkelen | ||||
parat: | έξαπτα | ik prikkelde | εξάπταμε | wij prikkelden | |
aor: | εξήψα έξαψα |
ik heb geprikkeld | εξάψαμε | wij hebben geprikkeld | |
εφευρίσκω ') | uitvinden | ||||
parat: | εφεύρισκα | ik vond uit | εφευρίσκαμε | wij vonden uit | |
aor: | εφήυρα | ik heb uitgevonden | εφεύραμε εφηύραμε |
wij hebben uitgevonden | |
διευθύνω ') | besturen | ||||
parat: | διηύθυνα (διεύθυνα) |
ik bestuurde | διευθύναμε | wij bestuurden | |
aor: | διηύθυνα | ik heb bestuurd | διευθύναμε | wij hebben bestuurd | |
θέλω 1) | willen | ||||
parat: | ήθελα | ik wilde | θέλαμε | wij wilden | |
aor: | θέλησα | ik heb gewild | θελήσαμε | wij hebben gewild | |
ξέρω 2) | weten | ||||
parat: | ήξερα | ik wist | ξέραμε | wij wisten | |
aor: | ήξερα | ik heb geweten | ξέραμε | wij hebben geweten | |
υπάρχω 3)') | bestaan | ||||
parat: | υπήρχα | ik bestond | υπήρχαμε | wij bestonden | |
aor: | υπήρξα | ik heb bestaan | υπήρξαμε | wij hebben bestaan | |
de woorden die afgeleid zijn van -αγω 4), bijvoorbeeld: | |||||
εισάγω ') | importeren | ||||
parat: | εισήγα | ik importeerde | εισήγαμε | wij importeerden | |
aor: | εισήγαγα | ik heb geïmporteerd | εισαγάγαμε | wij hebben geïmporteerd |
1) Het werkwoord
θέλω komt van het Oudgriekse werkwoord εθέλω
en heeft daarom in de paratatikos een -η- als
augment.
2) Het werkwoord
ξέρω is ontstaan uit de coniunctivus van het
Oudgriekse werkwoord εξευρίσκω
(namelijk: εξεύρω).
3)
Het werkwoord υπάρχω
krijgt verplicht een augment in alle personen van de paratatikos en
van de aoristus (het augment draagt dan ook altijd de klemtoon).
4) De verleden
tijden van werkwoorden op -αγω
worden niet veel gebruikt. Over het algemeen geeft men de voorkeur
aan een omschrijving door middel van het werkwoord κάνω (doen)
+ zelfstandig naamwoord: κάνω εισαγωγή/εξαγωγή (importeren / exporteren).
') Voor de volledigheid zijn in dit overzicht ook de werkwoorden met
een inwendig augment opgenomen.