fbicon

Nieuwgrieks, Morfologie en Syntaxis


Bezoek ook: www.woordenlijstnieuwgrieks.nl
Nieuwgrieks, Morfologie en Syntaxis
Bezoek ook: www.woordenlijstnieuwgrieks.nl

©

 
Grammatica//Synt/SyntPart2Tha


Partikel θα

 

Het partikel θα wordt in de eerste plaats gebruikt om de toekomende tijd van het werkwoord vorm te geven.
In deze hoedanigheid wordt θα gevolgd door een coniunctivus van de eerste of tweede stam. ')


Het gebruik van θα om waarschijnlijkheid uit te drukken

Het partikel θα komt echter ook voor in combinatie met de indicativus ') (van alle werkwoordstijden). In dat geval drukt het waarschijnlijkheid uit.
Soms wordt er nog (enigszins ten overvloede) het woord μάλλον aan toegevoegd.
Ook in het Nederlands gebruiken we vaak het woord 'zullen' om waarschijnlijkheid uit te drukken: 'je zult wel gelijk hebbben', 'dat zal wel', etc.

 

zonder θα πηγαίνει εκεί μόνος του. hij gaat daar alleen heen.
met θα θα πηγαίνει εκεί μόνος του. hij zal daar wel alleen heen gaan.
zonder θα πήγαινε εκεί κάθε μέρα. hij ging daar dagelijks heen.
met θα θα πήγαινε εκεί κάθε μέρα. daar zal hij wel dagelijks heen zijn gegaan.
zonder θα πήγε χτες εκεί. hij is daar gisteren heen gegaan.
met θα θα πήγε χτες εκεί. hij zal daar gisteren wel heen zijn gegaan.
zonder θα δεν έχει πάει εκεί πότε του. hij is daar nooit (van z'n leven) geweest.
met θα μάλλον δε θα έχει πάει εκεί πότε του. hij zal daar waarschijnlijk nooit zijn geweest.

Conditoneel gebruik van het partikel θα

Θα wordt dikwijls gebruikt in conditionele zinnen. Het geeft dan aan dat de handeling plaats zou kunnen vinden indien er aan een bepaalde voorwaarde wordt voldaan. De voorwaarde wordt meestal gegeven in een bijzin met αν.
De werkwoordsvorm die men in combinatie met het conditionele θα en αν aantreft, is bijna altijd het imperfectum (de paratatikos) en soms het plusquamperfectum (nooit echter het praesens, de aoristus of het perfectum - παρακείμενος).

In deze combinatie met θα drukt het imperfectum (paratatikos) een (on)mogelijkheid uit in het heden of verleden ").
Wil men sterk benadrukken dat de (on)mogelijkheid in het verleden ligt, dan kan men eventueel ook het plusquamperfectum (υπερσυντέλικος) gebruiken.
Θα + imperfectum (of plusquamperfectum - υπερσυντέλικος) vertaalt men met 'zou'.

αν πήγαινες πιο συχνά στο μάθημα, θα ήξερες την απάντηση. als je vaker naar de les zou gaan, dan zou je het antwoord weten.
χωρίς έσενα δε θα ήξερα τι να κάνω. zonder jou zou ik niet weten wat ik moest doen.
θα πήγαινα και χωρίς να μου το πεις. ik zou ook zijn gegaan, als je het me niet gezegd had.
θα είχα χαθεί στο δάσος χωρίς εσένα. zonder jou zou ik in het bos verdwaald zijn.

Deze constructie wordt ook in beleefdheidsfrasen gebruikt:

θα ήθελα να σας ρωτήσω κάτι. ik zou u iets willen vragen.
θα έλεγε κανείς ότι ... men zou zeggen dat ...

") Deze constructie wordt 'irrealis' of  'potentialis' genoemd. Strikt genomen is er verschil tussen deze twee:
De irrealis duidt aan dat een handeling of gebeurtenis niet verwezenlijkt is, of niet verwezenlijkt kan worden;
De potentialis duidt aan dat een handeling kan, of zou kunnen gebeuren.
Het onderscheid is niet in alle gevallen goed te maken.

 

irrealis αν είχες περισσότερες φίλες, θα ήσουν πιο ευχαριστημένος. als je veel vrienden had, zou je gelukkiger zijn.
  αν είχε κάνει περισσότερους φίλους, θα ήταν πιο ευχαριστημένος. als hij meer vrienden had gehad, zou hij gelukkiger zijn geweest.
  ο γιατρός μου είπε πως δε θα κινδύνευε η υγεία του. de arts zei me dat zijn gezondheid geen gevaar zou lopen.
potentialis αν το είχε, θα σου το έδινε. als hij het zou hebben, zou hij het je geven.

Nb1. De ontkenning bij θα is δε. Δε gaat altijd aan θα vooraf.

Nb2. Hoewel er over het algemeen het gebruik van de toekomende tijd in het Nederlands overeenstemt met het gebruik van het partikel θα in het Grieks, is dat niet altijd het geval. Bijvoorbeeld:

θα πάμε στην Κρήτη. we gaan naar Kreta.
πού να πάμε waar zullen we naar toegaan?
αύριο θα σηκωθεί στις εξήμισι. morgen staat hij om half zeven op.
Conclusie: In het Grieks kan de toekomende tijd ook weergegeven worden met να.
In het Nederlands kan de toekomende tijd ook weergeven worden met het werkwoord 'gaan', of zodanig uit de contect blijken dat het Grieks een toekomende tijd met θα gebruikt.

') Nb. de coniunctivus van de 1e stam is gelijk aan de indicativus. Het is daarom altijd lastig om een regel te formuleren die een van deze termen bevat. Er lijkt dan een tegenstrijdigheid te ontstaan als in een iets andere context de andere term wordt gebruikt.

 

 

 

 

 

©Auteursrecht voorbehouden. Zie pagina Copyright
 
  
 

Betekenis:
Semantiek

l

Zin:
Syntaxis

l

Woord:
Morfologie

l

Letter:
Alfabet

l

Klank:
Fonologie

     

*

*

*

*

   

+

+

De bovenstaande zwarte sterren geven van elke pagina het niveau aan.
1 ster: beginnersniveau
2 sterren: gevorderden-niveau
3 sterren: studieniveau
1 plus: beschouwing
2 plussen: overzicht