fbicon

Nieuwgrieks, Vormleer en Zinsleer

Bezoek ook: www.woordenlijstnieuwgrieks.nl
Nieuwgrieks, Vormleer en Zinsleer
Bezoek ook: www.woordenlijstnieuwgrieks.nl

©

 
Grammatica//MorfWerw/MorfWerw1VervMorfWerw1Verv


Werkwoorden vervoegen


In het Grieks wordt het werkwoord vervoegd naar vorm, stam/aspect, wijs, tijd, persoon en getal.
- vervoeging naar vorm wil zeggen: actieve vorm of passieve vorm
- vervoeging naar aspect wil zeggen: herhaalde of durende handeling: eerste stam, of eenmalige of afgeronde handeling: tweede stam
- vervoeging naar wijs wil zeggen: aantonende wijs, aanvoegende wijs, of gebiedende wijs (dat het Grieks nog twee andere wijzen kent, laten we hier even buiten beschouwing)
- vervoeging naar tijd wil zeggen: verleden, heden of toekomst en onvoltooid of voltooid
- vervoeging naar persoon wil zeggen: 1e, 2e of 3e persoon
- vervoeging naar getal wil zeggen: enkelvoud en meervoud.
Net als in het Nederlands kennen sommige werkwoorden alleen de 3e persoon enkelvoud: de onpersoonlijke werkwoorden.

Al deze keuzes zijn in principe onafhankelijk van elkaar te maken. In theorie zou dit zou leiden tot een paar honderd mogelijke combinaties.
Gelukkig leiden niet al deze combinaties tot verschillende vormen van het werkwoord; en ook zijn niet al deze combinaties mogelijk.
Wel is het zo dat áls een werkwoord zowel een actieve als een passieve vorm kent, een mogelijke vervoeging zowel actief als passief voorkomt.
Verder is het zo dat de voltooid verleden tijden en alle toekomende tijden net als in het Nederlands, niet zozeer door vervoeging als wel door middel van een taalconstructie worden gevormd.
De toekomende tijden worden niet zoals in het Nederlands door middel van een voegwoord (zullen) maar door toevoeging van een partikel (θα) vorm gegeven.
Ook is het zo dat de gebiedende wijs (net als in het Nederlands) slechts een zeer beperkt aantal combinaties toestaat: altijd de tweede persoon, alleen in de tegenwoordige tijd.
Dit leidt tot de conclusie dat de belangrijkste vervoeging van het werkwoord gevonden worden door zowel voor de actieve als voor de passieve vorm te kijken naar de mogelijke combinaties van het aspect versus aantonende of aanvoegende wijs versus heden of verleden.


Vervoeging: actief versus passief, voortdurend versus eenmalig, aantonende versus aanvoegende wijs, heden versus verleden (onvoltooid)
De verschillen tussen de gevolgen van deze begrippen voor de vervoeging bespreken we aan de hand van het werkwoord πληρώνω (betalen).


- Het verschil tussen de actieve vormen de passieve vorm wordt weergegeven met de uitgang -ω respectievelijk -ομαι (dit geldt voor bijna alle werkwoorden. In ieder geval eindigt de passieve vorm altijd op -μαι). Het deel van het werkwoord dat gelijk blijft, heet de stam: πληρών-.

 

tegenwoordige tijd
aantonende wijs
1e persoon enkelvoud

werkwoord actief passief
πληρώνω πληρώνω πληρώνομαι
betalen ik betaal ik word betaald

Let op. De vormen van de tegenwoordige tijd (πληρώνω en πληρώνομαι) worden zowel voor een herhaalde als voor een eenmalige handeling gebruikt. In de tegenwoordige tijd wordt er dus geen verschil gemaakt tussen de twee aspecten.


- Om in andere tijden en wijzen aan te geven of het om een herhaalde of durende handeling danwel om een eenmalige of afgeronde handeling gaat, wordt dit aspect aangegeven door gebruik te maken van de zogenaamde 1e of 2e stam van het werkwoord.
De 1e stam is voor actief en passief gelijk, en gelijk aan de stam die ook voor de aantonende wijs tegenwoordige tijd wordt gebruikt.
De 2e stam voor het actief wordt gevormd door achter de stam van het werkwoord een σ te plaatsen: πληρων + σ. In het geval van πληρώνω versmelt deze met de ν tot πληρωσ-.
De 2e stam voor het passief wordt gevormd door achter de 2e stam actief een θ te plaatsen: πληρώσ + θ. In het geval van πληρώνω versmelt deze met de σ tot πληρωθ-.

actief passief
werkwoord 1e stam 2e stam werkwoord 1e stam 2e stam
πληρώνω πληρων- πληρωσ- πληρώνομαι πληρων- πληρωθ-

- In de onvoltooid verleden tijd bestaat alleen de aantonende wijs en wordt dus alleen onderscheid gemaakt in aspect (de voltooid verleden tijd wordt vormgegeven met een hulpwerkwoord en kan dus even buiten beschouwing worden gelaten). Wel zijn de uitgangen voor actief en passief verschillend; en bij passief ook nog de uitgangen van de 1e stam en van de 2e stam. De klemtoon in de onvoltooid verleden tijd van het actief en van de 2e stam van het passief ligt altijd op de derde lettergreep van achter.
 

 

onvoltooid verleden tijd
aantonende wijs

  actief passief
werkwoord 1e stam 2e stam 1e stam 2e stam
πληρώνω πλήρωνα πλήρωσα πληρωνόμουν πληρώθηκα
betalen ik betaalde
(voordurend)
ik betaalde
(eenmalig)
ik werd betaald
(voortdurend)
ik werd betaald
(eenmalig)

De onvoltooid verleden tijd van de 1e stam heet in het Grieks παρατατικός (paratatikos), de onvoltooid verleden tijd van de 2e stam heet αόριστος (aoristus).
De παρατατικός en de αόριστος worden aangeduid met de Griekse naam paratatikos resp. Latijnse naam aoristus.

Indien de stam van het werkwoord uit slechts één lettergreep bestaat, worden de vervoegde vormenvan de actieve vormen van de onvoltooid verleden tijd die dan nog niet uit drie lettergrepen bestaan, voorafgegaan door een zogenaamd augment ε:

 

 

onvoltooid verleden tijd
aantonende wijs

  actief passief
werkwoord 1e stam 2e stam 1e stam 2e stam
δένω έδενα έδεσα δενόμουν δέθηκα
binden ik bond
(voordurend)
ik bond
(eenmalig)
ik werd gebonden
(voortdurend)
ik werd gebonden
(eenmalig)

 

- De aantonende wijs wordt over het algemeen aangeduid met de Latijnse naam: indicativus. ')
De aantonende wijs omvat vormen voor de onvoltooide en voltooide tijden, voor verleden-, tegenwoordige en toekomende tijd, en voor eenmalige en herhaalde handeling.


- De aanvoegende wijs heeft alleen een aparte vorm voor de 2e stam. Indien er reden is om de aanvoegende wijs van de 1e stam te gebruiken, dan wordt de aantonende wijs gebruikt. De aanvoegende wijs wordt niet onderscheiden naar tijd. Het accent van de aanvoegende wijs van de 2e stam passief (1e persoon enkelvoud) ligt op de laatste lettergreep. De aanvoegende wijs wordt meestal aangeduid met de Latijnse naam: coniunctivus. We duiden de coniunctivus van de eerste stam aan met coniunctivus 1 '), en die van de tweede stam met coniunctivus 2.

 

aanvoegende wijs

  actief passief
werkwoord 1e stam 2e stam 1e stam 2e stam
πληρώνω πληρώνω πληρώσω πληρώνομαι πληρωθώ
betalen ik betaal
(voordurend)
ik betaal
(eenmalig)
ik word betaald
(voortdurend)
ik word betaald
(eenmalig)
  omdat het Nederlands geen echte aanvoegende wijs kent, is er geen onderscheidende vertaling van de Griekse vormen te geven.

- Samenvatting van de 'belangrijkste' stamtijden.

Alle relevante vormen van een werkwoord tezamen heten de 'stamtijden'.

    actief passief
    1e stam 2e stam 1e stam 2e stam
aantonende wijs tegenwoordige tijd πληρώνω πληρώνομαι
aantonende wijs onvoltooid verleden tijd πλήρωνα πλήρωσα πληρωνόμουν πληρώθηκα
aanvoegende wijs   πληρώνω πληρώσω πληρώνομαι πληρωθώ

') De vormen van de aantonende wijs (indicativus) en de aanvoegende wijs 1 (coniunctivus van de 1e stam) zijn gelijk. Dit geeft nog wel eens een schijnbare tegenstrijdigheid als een van die termen in een regel verschijnt (bijvoorbeeld: 'als ... wordt er alijd een coniuntivus gebruikt'). In een andere context wordt de werkwoordsvorm dan als indicativus benoemd. Maar, zoals gezegd, dat is dan een schijnbare tegenstrijdigheid omdat de vormen toch gelijk zijn.
Een fraai voorbeeld hiervan is de regel dat θα gevolgd wordt door de coniunctivus.

 

 

 

 

 

© Auteursrecht voorbehouden. Zie pagina Copyright
 

.



 
  
 

Betekenis:
Betekenisleer

l

Zin:
Zinsleer

l

Woord:
Woordleer

l

Letter:
Alfabet

l

Klank:
Fonologie

     

*

*

*

*

   

+

+

De bovenstaande zwarte sterren geven van elke pagina het niveau aan.
1 ster: beginnersniveau
2 sterren: gevorderden-niveau
3 sterren: studieniveau
1 plus: beschouwing
2 plussen: overzicht


1e verv werkwoorden met het accent op de stam
β, π, φ, φτ, πτ, ευ, αυ κρύβω
εγκαταλείπω
γράφω
βλάπτω
βλάφτω
δουλεύω
αναπαύω
verbergen
verlaten
schrijven
beschadigen
werken
werken
doen rusten
γ, κ, χ, χν, σσ ανοίγω
πλέκω
προσέχω
φτιάχνω
αναπτύσσω
εισπράττω
openen
breien
opletten
maken
ontwikkelen
incasseren
ζ αγκαλιάζω omhelzen
δ, θ, σ, τ, λ, ρ πείθω
αρέσω
παρκάρω
overtuigen
zinnen
parkeren
ν χάνω
καταλαβαίνω
στέλνω
παίρνω
verliezen
begrijpen
zenden
nemen
klinker ε
υ
λέω
ιδρύω
zeggen
stichten
2e verv werkwoorden met het accent op de persoonsuitgang
-(α)ώ / -ιέμαι αγαπώ beminnen
-ώ / -ούμαι θεωρώ beschouwen
-ώ / -ώμαι αντανακλώ weerkaatsen
-άμαι λυπάμαι spijt hebben